woensdag 2 september 2009

Meer bewondering dan ontroering

Orkest van het Oosten o.l.v. Andrès Orozco-Estrada. M.m.v. Simone Lamsma (viool).


Twee Russen met heimwee: Prokofjev en Rachmaninov. Allebei ontvluchtten ze de cultuurpolitiek van sovjetregering, allebei maakten ze carrière in Amerika. Prokofjev keerde terug en zocht een artistiek modus vivendi met het regime; Rachmaninov bleef, en zijn heimwee met hem.

Een ‘vederlichte Prokovjev’ was ons vandaag aangekondigd. Inderdaad krijgt ’s mans Klassieke Symfonie de sierlijke vaart en veerkracht van een hazewind. Maar tegelijk is er een diepte in de warm-bronzen orkestklank, die associaties met oppervlakkigheid logenstraft.

Nog intenser, en met groots resultaat, wordt de soms excentrieke orkestratie van Rachmaninov’s Symfonische Dansen uitgediept. De eenzame houtblazers, de unisono klaagzang van de strijkers, verwaaide flarden jazz, klokgelui... Een drieluik vol gesublimeerde emotie, als een psychologische film; hier eerbiedig behandeld als een persoonlijk epos van terugblik, herbeleving, nostalgie en majesteitelijke berusting.


Dan het soloconcert van deze avond. De trouwe Zomergastkijker kreeg al een voorproefje, toen Jaap van Zweden haar live aan de Nederlanders voorstelde: Simone Lamsma (1985), buitenslands bewierookt als één van ’s werelds grootste viooltalenten, maar bij ons amper bekend. Al zal ze nu wel gauw tot een BN’er uitgroeien. Een twijfelachtig privilege, maar zelden is de eer zo verdiend. Simone presteert aanmerkelijk meer dan de gemiddelde generatiegenoot binnen deze groep. Het tv-optreden met Ysaÿe beloofde al veel goeds, het populaire Vioolconcert van Mendelssohn lost die belofte gemakkelijk in.

Simone speelt het werk namelijk met net zo’n comfortabele perfectie als Mendelssohn het componeerde. Slank doch stabiel van toon, intelligent en inventief gearticuleerd, met een acrobatische techniek. De flinterdunne en loepzuivere kronkellijnen in de cadens bijvoorbeeld laten je versteld staan.
Ook verderop oogst haar onvermoeibare grip op de materie diepe bewondering. Meer bewondering, overigens, dan ontroering. Want om nou te zeggen: dit treft me recht in het hart – nee, dat niet. Maar dat kan ook aan Mendelssohn liggen.

Recensie i.o.v. de Stentor, 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten