dinsdag 31 augustus 2004

Havezathe in Disneysferen

Slotgrachtconcert door Orkest van het Oosten o.l.v. Arie van Beek.
Havezathe "De Haere" te  Olst., 21 augustus 2004.


Het was zaak om bijtijds aanwezig te zijn voor het openluchtconcert bij Olst. De ad hoc-parkeerplaats in het weiland raakt namelijk snel vol.  En de ad hoc-verkeersregelaars die de toestromende auto's in goede banen moeten leiden reageren twee uur voor aanvang dan ook al wrevelig op de hoge werkdruk.
Zodra je als automobilist een plaatsje hebt bemachtigd, mag je vervolgens nog een halve kilometer mét je eigen stoel door het natte gras sjouwen richting plaats van handeling: het weiland aan gene zijde van de slotgracht, die havezathe ''De Haere" tegen opdringerige buitenstaanders moet beschermen.

Daar eenmaal aangekomen slaat je stemming gelukkig weldra om, ten goede dus. Want twee uur voor de eerste noten van de Midzomernachtsdroom ontwaar je alvast één elfje: een blond kindje met blote benen onder een dun, wit communiejurkje graait behaaglijk in een zak chips.
De meeste volwassen bezoekers zijn beter toegerust voor deze kille avond: met wandelschoenen, fleecevesten en tassen met proviand naast de meegebrachte campingstoelen.

Orkestdirecteur Pieter Prick opent met slecht nieuws dat erg meevalt. Jaap van Zweden laat verstek gaan om bijtijds een “eervolle uitnodiging” in Sydney te honoreren, zodat we nu mogen kennismaken met dirigent Arie van Beek. Ook de geplande solistes hebben elk hun eigen reden om weg te blijven, maar zijn vervangen door uitstekende collega’s. Niks aan de hand dus. Op naar de Symfonie nr. 26, de Lamentatione van Haydn!

Meteen openbaart zich hoe zelfs een optimale geluidstechniek geen beter effect sorteert dan een mono pick-up uit de jaren zestig. Het orkest klinkt gepolijst, compact, maar ook afgevlakt en afstandelijk. Toch neem je nog steeds waar hoe vlot en strak de tempi zijn en hoe slank de toonvorming. Bovendien lees je aan Arie’s gestiek de sierlijke frasering wel af.

"Gewaagd en experimenteel", heet de keuze voor Fratres van Arvo Pärt. Waarom, vraag je je af. Want het harmonisch idioom is toegankelijk genoeg - al heeft niet iedereen de pianissimo inzet vol ijle flageolettonen op tijd in de gaten. Een man op de VIP-tribune schatert nog joviaal door als de eerste maten reeds boven de zwarte spiegel van de slotgracht zweven en bindt dan haastig in.
Pärt's etherische, weemoedige klanken zouden stevig huishouden in onze ziel, had Prick voorspeld. En inderdaad: al klinkt de interpretatie iets minder vloeiend dat je bij dit stuk gewend bent en al ontbeer je een dimensie vanwege de luidsprekers, de mystieke sfeer is onontkoombaar.

Het is al donker als we aan de Midzomernachtsdroom van Mendelssohn toe zijn. Frappant hoe deze qua stemvoering en instrumentatie relatief gaaf door de microfoons komt. En ook hoe je jezelf weer eens betrapt op de verzuchting: wat een láng stuk is dit eigenlijk..!
Gelukkig zorgen feeërieke lichteffecten voor afleiding. Het witte huis met zijn puntige torentjes verandert onder de afwisselend gele, blauwe en violette lampen in het kasteel van Sneeuwwitje. Voeg daarbij de luchtig-lyrische vocale bijdragen van Machteld Baumans, Charlotte Riebeek en Consensus Vocalis, en het Disney-aroma is werkelijk te snijden. Met Felix Mendelssohn als een van de beste componisten die Hollywood ooit gekend heeft.

(bewerkte recensie i.o.v. de Stentor)