woensdag 2 oktober 2013

De allereerste Talter Cultuurprijs



Cross Duo, door Jan van Kleeff (olieverf)
door Margaretha Coornstra

OLDEBROEK – Ingetogen stillevens, traditioneel-impressionistische landschappen, magisch-realistische zeegezichten en veelkleurige kubistische composities – de Talter Cultuurprijs-tentoonstelling biedt ‘elck wat wils’. Alle exposanten zijn amateurs, aan wie de jury bovendien geen enkele eis aan heeft gesteld qua ervaring en kunde. “Dan ga je barrières opwerpen en verdwijnt de spontaniteit,” vindt Erna van Hornsveld, secretaris van Kunstgroep de Talter.
Des te meer verrast het gemiddelde niveau door een stevige dosis techniek. Jurylid Jan Boer spreekt zich bovendien tevreden uit over de ‘originele invalshoeken’ bij een aantal inzendingen.

Het is zaterdagochtend een gezellige drukte tijdens de uitreiking van deze allereerste Talter Cultuurprijs ooit. De hoofdprijs, een bronzen sculptuurtje van de Oldebroeker kunstenaar Willem Bultman, stelt een mensfiguur op een schommel (of touter, Oldebroeks: ‘talter’) voor. “Hij of zij staat op haar tenen, om straks zo ver en hoog mogelijk te komen,” zo duidt Bultman zijn kunstwerk. Die schommelsymboliek blijkt consequent van toepassing. Niet alleen dient de Cultuurprijs om regionale amateurschilders en -tekenaars ‘een extra zetje te geven’, Kunstgroep de Talter wil ook de kijkers ‘in beweging brengen’.

Het bronzen beeldje gaat naar Fien Mulder voor haar olieverfschilderij ‘Zomeravond’, een zonsondergang boven het water, weergegeven in warme kleuren. Ook de winnares van de tweede prijs, Eef Schoonhoven, bediende zich van olieverf op paneel voor haar ‘Dieptewerking; theedoek, vergiet’. Derde prijswinnaar Ewoud Gosker gebruikte fijnschrijvers en potloden voor zijn mandala’s over ‘Psalm 119’. En de jury was zo getroffen door het zwart-witte popart-portret van popzanger John Mayer, dat ze besloten had om schilderes Elske Zwanenburg (19) nog een Aanmoedigingsprijs toe te kennen.

Maar natuurlijk telt een expositie van 59 werken meer dan vier hoogtepunten. Bijvoorbeeld het impressionistische doekje ‘Noordpolderzijl’ van Geja ten Brinke, of de met glanzende draperieën omhulde halfnaakten van fijnschilder J. van Kleeff. Fotografische precisie en subtiele kleuren kenmerken de ‘Kapstok’ (pastelkrijt) van Judith Goudriaan. En de onversneden flowerpower van Sylvia IJsbrandy werkt ronduit aanstekelijk.
Sommige deelnemers hebben zich zowel technisch als emotioneel kwetsbaar opgesteld, maar leveren wel juweeltjes van sfeertekening. Op een doek als ‘Doe Uw aanschijn over hen lichten’ van mevrouw H. Visch, die haar jongvolwassen zoon en dochter schilderde onder een bloeiende paradijstak, ontroeren de authenticiteit en doordachte betekenisgeving. Professionaliteit mag dan een voorwaarde zijn voor echte kunst, deze Talter-expositie toont weer eens aan dat een vakopleiding niet noodzakelijk is om een boodschap invoelbaar over te brengen.

'Doe Uw aanschijn over hen lichten' door H. Visch (acryl)


Te zien tot 16 december, zie www.detalter.nl

maandag 30 september 2013

Van biedermeier tot tango nuevo



Izhar Elias is geen man van platgetreden paden. Liever baant hij zich een weg door schier dichtgegroeide zijpaadjes, op zoek naar vergeten repertoire. Voorbeeld: de nieuwe Beethoven-cd ‘Adelaide’. Ook verkent de klassieke gitarist samen met Carel Kraayenhof de rauwe klank van rokerige tangocafés van Buenos Aires.

 
Izhar Elias - Foto Marco Borggreve

door Margaretha Coornstra


‘Hommage à Liège’, heet Astor Piazzolla’s dubbelconcert voor gitaar, bandoneon en strijkorkest. Naar de Belgische stad inderdaad, want daar vond in 1985 een internationaal gitaarfestival plaats. Voor die gelegenheid schreef Piazzolla een typerende versmelting van klassiek met volkse tangovormen, doordrenkt van bitterzoete melancholie.

Gitarist Izhar Elias (1977) reikhalst opgetogen naar de uitvoeringen met bandoneonist Carel Kraayenhof en het Nederlands Symfonieorkest: “Ik heb al eerder met Carel gespeeld, en die samenwerking is gewoon helemaal te gék! De muziek is ook echt Piazzolla, een beetje schurend. Als gitarist moet je dit anders aanpakken dan de ‘normale’ klassieke muziek. Wanneer je echt ‘mooi’ speelt, zou het kitscherig kunnen worden. Het moet iets rauws, iets oerachtigs houden…” Hij denkt aan een opname van Piazzolla zelf, met een gitarist die allesbehalve klassiek en gepolijst speelde: “Dat had echt groove, qua ritme was dat fantástisch…!”


Nu bewoog de gitaar zich altijd al op het grensvlak van klassiek en populair. Dat illustreert ook Elias’ project ‘Adelaide’, waarvan hij met violiste Zefira Valova en altviolist Ivan Iliev een cd opnam. Het album dankt zijn naam aan een gedicht van Friedrich von Matthisson (1761–1831), door Beethoven in 1796 getoonzet als zijn gelijknamige opus 46 voor piano en zang. Elias: “De smachtende ik-figuur ziet Adelaide overal om zich heen: in de sterren, in het water, in de bloemetjes…”

‘Adelaide’ is juweel van een transcriptie voor de gitaar, die rond 1800 eindelijk een serieus concertinstrument werd. “Tot ongeveer 1800 was de gitaar nog dubbelsnarig, zonder bassnaren, en gold ze als een begeleidingsinstrument. Maar aan het eind van de achttiende eeuw kwam er een doorbraak in de gitaarbouw. Zo kreeg het instrument zes enkele snaren, waaronder bassnaren. Daardoor kreeg je technisch véél meer mogelijkheden.”


Nu weet menige muziekliefhebber allang dat Schubert vaak een gitaar gebruikte tijdens het componeren. Minder bekend is dat de gitaar destijds in de mode was. Niet alleen betraden van 1800-1830 ware gitaarvirtuozen de podia (met werk van gitaarcomponisten als Mauro Giuliani en Fernando Sor), de gegoede burgerij nam ook zelf de gitaar ter hand. Elias: “In die tijd had je een circuit van gitaristen, die stukken van bekende componisten arrangeerden voor gitaar. Het leuke is dat maar weinig mensen dit weten. Maar ik ben een heleboel bewerkingen van Beethoven-muziek op het spoor gekomen.”

Daarbij zat één laat-negentiende eeuws manuscript van Napoléon Coste, dat nooit is uitgegeven. En deze primeur is nu het titelnummer van de cd ‘Adelaide - Beethoven en de gitaar’. Het bijzondere is, volgens Izhar Elias, dat Coste deze bewerking maakte nadat het vroeg-romantisch Vabiedermeier-enthousiasme voor gitaartranscripties alweer was geluwd. “Naderhand kregen vooral orkestwerken namelijk te veel volumewisselingen, die kon je op de gitaar niet nabootsen. Maar ‘Adelaide’ werd decennia later nog opnieuw bewerkt. Kun je nagaan hoe populair het lied was!”
 
Coverfoto cd 'Adelaide' - foto Sanja Harris
 © Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor/deGelderlander, 28-09-2013