maandag 8 oktober 2007

Engelse MKZ rijt oude wonden open

OLDEBROEK - Na ontdekking van een paar besmette geitjes in Oosterwolde, leidde de MKZ-uitbraak van 2001 ook in de gemeente Oldebroek tot vernietigende maatregelen.
Gewelddadige confrontaties als in Kootwijkerbroek - waar twijfel heerste of er echt sprake was van MKZ - bleven uit; de diagnose stond onwrikbaar vast. Maar kinderen moesten wel hun lievelingsdieren offeren en rundveefokkers zagen hun levenswerk in enkele uren uitgeroeid. Gebrekkige informatie van rijkswege én slordigheden rondom de massale ‘ruimingen’ wekten extra bitterheid.
Recent nieuws over MKZ in Engeland haalt alle gruwelbeelden terug op het netvlies. Opnieuw laait de discussie over vaccinatie op. In de jaren ’50 -’90 werden dieren preventief ingeënt, totdat de EU de export van gevaccineerd vee en vlees verbood.

Na dagenlange spanning is in Nederland ditmaal geen MKZ geconstateerd. Het algehele vervoersverbod is aangepast. Ook al moeten schapen en geiten voorlopig thuisblijven en mogen rundvee en varkens nog niet worden verzameld.
Maar wellicht kan de Fokveedag op 1 september alsnog doorgaan. Mét de traditionele speech van burgemeester Zielhuis, die in 2001 intens was begaan met de veehouders binnen zijn gemeente.

Interview burgemeester Zielhuis
“’s Ochtends werd ik gebeld door een paar boeren: ‘We gaan protesteren!’ Dat was uit emótie, begrijp je? Ze gingen met hun trekkers de straatweg op. En tot mijn verbazing staat daar half Hilversum met camera’s. Vraagt zo’n journalist: “Moet u als burgemeester nou niet ingrijpen? Het verkeer ligt stil.’ Ik zeg: ‘Meneer, waar práát u over? Als er een ongeluk gebeurt, ligt het verkeer ook stil. En hier is een ernstig ongeluk gebeurd. Deze mensen dreigen hun hele veestapel te verliezen.’”

Bewogen, bijna heftig, spreekt burgemeester W.L. Zielhuis over de zwaarste episode uit zijn loopbaan. “Ik weet van gezinnen die nóg getraumatiseerd zijn. Van kindertjes die erbij waren als – ach, ik treed niet in details. Maar onderwijzers in ons dorp merkten hoe leerlingen nog lange tijd aan concentratieverlies leden.”

Veel gelegenheid voor soldariteitsbetuigingen had Zielhuis niet.
“Je had alleen telefonisch contact, mensen mochten hun erf niet af. Ja, we hebben een openbare gebedsdienst gehouden. En ik herinner me dat ik bij die demonstratie iemand eventjes beetgepakt heb, die door emoties werd overmand.”

“Ik zeg niets over de beslissing van het ruimen zelf. Misschien ben ik meer voor inenten, maar oké – daarvoor was het te laat. Nee, het ging mij om de manier waarop. Brinkhorst deed alsof de hele operatie perfect verliep. Nou, ik had praktijkvoorbeelden van bedrijven die onaangekondigd werden geruimd of die voor niks werden geruimd. En dan ben je als burgemeester machteloos, je staat er formeel buiten.”

Ook de ‘militante’ aanpak shockeerde: “Die militaire wachtposten – het was net oorlog, zeiden oudere mensen. Boeren werden rigoureus gekort op vergoedingen als ze een administratief vergissinkje hadden gemaakt. Moet je met je grote werkhanden al die codes op de computer invoeren - één verkeerd cijfertje en je krijgt een korting! Ten dele is dat later teruggedraaid, maar toch: zulk onnodig leed, dat heeft mij heel erg geraakt.”

Des te dieper is Zielhuis’ respect voor veeboeren die met nieuwe dieren weer van onderaf begonnen zijn: “Laten we hopen en bidden dat hen dit niet nogmaals overkomt.”


(i.o.v. Wegener Media)