MUZIEK
Egon Kracht & The Troupe: ‘Judas Passion’
Odeon Zwolle, 20 maart 2010
Odeon Zwolle, 20 maart 2010
“Laat mij je knecht, je slaaf, je paladijn...
Laat mij jouw schaduw op de grond zijn
Maar niet je pijn.”
Deze regels bezingen het aangrijpend hoogtepunt en de
kern van het verhaal. Twee millenia lang al staat de naam Judas voor verraad. Maar ergens
rond 1950 ontdekte men in Egypte een paar halfvergane papyrusboeken. Ze bevatten
gnostische teksten, die pas zestig jaar later in de openbaarheid kwamen als het
zogeheten Judas Evangelie. Globale strekking: Judas zou, overigens met hartstochtelijke
tegenzin, in opdracht van Christus zelf hebben gehandeld om zo diens offer
mogelijk te maken.
Contrabassist
en componist Egon Kracht gebruikte deze invalshoek voor zijn Judas Passion,
waarin hij met librettist Jeroen van Merwijk de vriendschap tussen Jezus en
Judas analyseert. De tekst is tamelijk ingetogen, poëtisch en bij vlagen sacraal
van toon. De personages bedienen zich van hedendaagse spreektaal, de ‘verteller’
kreeg een meer bijbels klinkende, semi-archaïsche stijl aangemeten. Sterke vondst
is de vertolking hiervan door elkaar vloeiend aanvullende koorleden; die
afwisseling houdt je aandacht gevangen.
Egon Kracht gaf zijn Christusfiguur de smetteloze, androgyne countertenor van een sober acterende Maarten Engeltjes. Net als in de Matthäus Passion dragen Jezus’ woorden een stralenkrans van vioolklanken. Des te treffender is het contrast met de on-klassiek, soms rauw zingende Frans van Deursen, die met Schwung en humor een diepmenselijke Judas neerzet.
Egon Kracht gaf zijn Christusfiguur de smetteloze, androgyne countertenor van een sober acterende Maarten Engeltjes. Net als in de Matthäus Passion dragen Jezus’ woorden een stralenkrans van vioolklanken. Des te treffender is het contrast met de on-klassiek, soms rauw zingende Frans van Deursen, die met Schwung en humor een diepmenselijke Judas neerzet.
Qua
muziek is de Judas Passion een flamboyante collage van verwijde tonaliteit,
barok, jazz, latin, gregoriaans (‘Hij is de Zoon van God’) en bewerkte
Matthäus-melodieën als ‘Blute Nur, du liebes Herz’ (‘Ik heb mijn eigen zon
gedoofd’). Vooral die geraffineerd getimede citaten hakken erin – tenminste,
wanneer je vertrouwd bent met het origineel. Want om dit eigenzinnig en toch tot
devotie stemmend muziektheater optimaal te kunnen waarderen, is enige kennis
van de Bijbel (en liefst ook van Bach’s Passionen) wel een pré.