'Eentonig wordt het nooit’
Schoolplaat 'Vrienden der duisternis' (Koekkoek) |
door Margaretha Coornstra
“Tegen acht uur ben ik op school. Laptop opstarten, rooster
bekijken... En dan maar hopen dat er nog tijd is voor een kop koffie koffie.”
Sinds 1980 werkt Geert Hartholt (52) als leerkracht op basisschool ’t Mozaïek in Vaassen. “Met veel plezier. Eén keer heb ik ergens anders
gesolliciteerd. Maar toen ik eenmaal weg kon, dacht ik opeens: och jongen, je
hebt het hier toch ook goed?”
Een rijzige en gedistingeerde verschijning. Zilvergrijs
gecentimeterd haar, zilveren kruisje om de hals. Binnen vijf minuten besef je:
Geert Hartholt heeft geen moeite met orde houden. Tieners bejegenen hem
ongedwongen, joviaal zelfs, maar er is geen twijfel wie hier de leiding heeft.
Al veertien jaar staat Geert voor groep 8, zijn favoriete
leeftijdscategorie. “Het lesgeven verandert in begeleiden. Je hebt ook een
intensiever contact met de ouders. Die oudergesprekken vind ik zelfs één van de
leukste kanten van mijn vak. Jazeker, ik blijf de schoolverlaters volgen.
Prachtig toch, als je na twee jaar ontdekt: hé, ik heb toen havo geadviseerd en
dat is er ook uitgekomen!”
’t Mozaïek zit midden in een Muziek & Dans-project.
Klein en fragiel troont gastjuf Annemieke in een wijde kring bovenbouwers, elk
een djembé tussen de knieën geklemd. Zo’n Afrikaanse trom heeft verschillende
tonen, demonstreert ze, afhankelijk van hoe en waar je op het vel slaat. Prompt
klinken verwoede pogingen om haar gedecideerde helderheid te benaderen. Door
alle geroffel en geroezemoes heen worden instructies naar beste kunnen
opgevolgd. Met als bekroning een strak en luidkeels gezongen ‘We will, we will
ROCK YOU!', geaccentueerd met striemende trommelslagen. ‘Gedisciplineerd’ is
het woord dat in je opkomt, al is de sfeer daar tegelijk te speels voor.
Talent
‘Een school vol talent’ noemt ’t Mozaïek zich. Richtlijn is
Gardner’s theorie van de meervoudige intelligentie. Kort samengevat: er zijn zeven soorten slimheid. Wie moeite heeft met lezen, kan sociaal heel begaafd
zijn. Wie sociaal onhandig is, kan artistiek uitblinken. En wie niet
kunstzinnig is, kan een benijdenswaardig rekentalent zijn.
Vanzelfsprekend moet er een bepaald eindniveau worden
bereikt, stelt Geert Hartholt. “Maar we willen vooral dat het kind hier een
leuke tijd heeft, doordat het niet alleen op zijn cogniteve kant, maar op ál
zijn talenten wordt aangesproken. Een meisje dat niet sterk is in rekenen,
bleek bijvoorbeeld tijdens de dansles één van de besten.”
Pauze. In de koffiekamer schuift een collega aan die om
gezondheidsredenen een poos uit de running is. Desondanks loopt hij graag even
binnen voor een praatje.
Ook onderling benutten leerkrachten elkaars individuele
talenten, zo blijkt. “Eerlijk gezegd: zet mij niet voor groep 3,” bekent Geert.
”Dat duurt wel een paar jaar voordat ik dat weer in de vingers heb.” Juf Anita
mijmert: “Eigenlijk zou ik héél graag nog eens Engels geven...” Meester Roelof ‘s
expertise ligt bij geschiedenis. Met gym heeft hij minder affiniteit. Geert:
“Terwijl ik dat juist erg leuk vind. Dus gaf Roelof een tijdlang mijn groep
geschiedenis en ik gaf zijn groep gym. Dat werkte perfect.”
Vriendschap
Terug in de klas is het tijd voor het dagelijks
Bijbelverhaal: de vriendschap tussen Jezus en Petrus. “Wat is het kenmerk van
een goeie vriend?” vraagt Geert. “Dat je hem kunt vertrouwen,” zegt Luuk.
Geert: “Precies! Dat je hem dingen kunt vertellen die misschien zelfs je ouders
niet weten. Maar Jezus is beduveld door z’n beste vriend. Wie van jullie heeft
zoiets ook wel eens meegemaakt?” Douwe steekt aarzelend zijn vinger op: “Maar
eh... ik zeg liever niet door wie,want dat vind ik een beetje lullig.”
Ondanks de protestants-christelijke signatuur trekt de
school diverse gezindten aan, inclusief islam. Geert: “De Bijbel blijft onze leidraad.
En we vieren ook alle christelijke feesten. Maar wie ben ik om mijn
persoonlijke overtuiging op te dringen? Tuurlijk gebeurt het regelmatig dat een
kind zegt: “Dit geloof ik niet.’ Dan zeg ik: ‘Oké, wat geloof jij dan? En
waarom?’ Dat is het mooie van de bovenbouw: je kunt met elkaar van gedachten
wisselen. Wie niet van discussie houdt, moet niet voor groep 8 gaan staan. Want
ze zijn heel wat meer mans dan toen ík elf was.”
Na de godsdienstles rijst de vraag: gaan we rekenen of wordt
het Engels? “Doe maar Engels,” vindt de groep. Tijdens de conversatie-oefening
deinzen enkelen schroomvallig terug voor de werkwoordsvormen. Geert stelt ze
gerust: “Jongens, taal begint met woordenschat hè? Als een Turkse meneer zegt: 'Ik koud hebben' dan snap ik ‘m wel. Dus als jij zegt: ‘I twelve years old’
snappen de Engelsen jou ook wel.”
Werkdruk
Na schooltijd wachten er nog de nodige klussen:
correctiewerk, het voorbereiden van de volgende schooldag. Al dan niet
aangevuld met een teamvergadering, een studiemiddag of een spreekavond voor de
ouders. Als leerkracht van groep 8 doet Geert bovendien het voortgezet
onderwijs-traject: hij bezoekt open dagen, formuleert individuele adviezen.
De taak van de leerkracht is in 25 jaar sterk veranderd. “De
werkdruk is verzwaard. Meer administratieve rompslomp, ja. Maar ook de
leerlingen zijn veranderd,” zegt Geert. “Al was het maar doordat er minder
kinderen worden doorgeschoven naar het speciaal onderwijs. Oké, je moet
flexibel zijn. Maar het is wel eens improviseren, hoor. Tegelijk is dat de
charme van het vak. Eentonig wordt het nooit.”
© Margaretha Coornstra, i.o.v. Wegener Media (onderwijsspecial), 2009