dinsdag 19 oktober 2010

99

Op de netwerksite LinkedIn.com plaatste iemand uit de groep Religiejournalistiek het volgende bericht:

99-jarige begint aan studie
de Stentor, 18 oktober 2010 | 21:00

GUWAHATI (ANP) - Aan de universiteit van de Indiase stad Guwahati heeft de 99-jarige Bholaram Das zich ingeschreven als student.
Hij is van plan te promoveren op de verspreiding van een bepaalde stroming binnen het hindoeïsme.
Volgens Das is er "geen leeftijdsgrens voor het verwerven van kennis''. Hij ging 39 jaar geleden met pensioen als rechter.
Das kijkt naar eigen zeggen terug op een vervuld leven, met vijf zoons, een dochter, tien kleinkinderen en één achterkleinkind.


Opa Hidde met achterkleindochter

In eerste instantie las ik in de kop een hint om onmiddellijk bewonderend te reageren: tjonge, wat een krasse ouwe baas! Of meer beleefde woorden van die strekking.
Nou, die bewondering voel ik ook wel. Alleen al zijn citaat - "geen leeftijdsgrens voor het verwerven van kennis" - onderschrijf ik graag, vooropgesteld natuurlijk dat het brein (nog) functioneert zoals je je dat zou wensen.

Maar verder denk ik vooral: wat mooi voor meneer Das dat hij zich deze studie kan permitteren, zowel qua gezondheid als vooropleiding en financiën. Voor iemand van zijn generatie en zijn cultuur (het Indiase hindoeïsme met zijn kastenstelsel en de vaak hardvochtige kijk op karma) spreekt dat immers allerminst vanzelf.

Trouwens, ook in Nederland dreigen universitaire studies weer te worden voorbehouden aan de sociaal-ecomonische bovenklasse.
En dat vind ik een beangstigende gedachte.
Mijn overgrootvader Auke (de vader van mijn oma) was machinist op een zuivelfabriek en tevens uitvinder, zonder daar overigens die term voor te gebruiken. Hij speelde het klaar om in zijn schaarse vrije tijd - want let wel, hij moest elke dag om vier uur 's ochtends zijn bed uit en kwam pas om een uur of acht 's avonds weer thuis! - aan de keukentafel een verbetering in de machines uit te dokteren die meneer de directeur heel goed kon gebruiken; hij werd zelfs voor een weekje naar een fabriek in Duitsland gestuurd, om de mensen aldaar te instrueren bij het toepassen van zijn uitvinding.

Zijn dochter, mijn oma Grietje, leerde op school dermate goed en graag, dat diezelfde fabrieksdirecteur erop aandrong dat overopa dit slimme kind naar de hbs zou sturen. Helaas, dat ging niet. Want dan moest ze 'helemaal' naar Wolvega (zo'n twintig kilometer verderop) en dat was financieel natuurlijk niet haalbaar. En, voor alle duidelijkheid: hoe gecharmeerd de directeur ook was van Grietjes intellect, hij bood niet aan om bij te springen.

Ook Grietjes latere echtgenoot, mijn opa Hidde, was een scherpzinnige en gedisciplineerde jongeman die waarschijnlijk zielsgraag een bèta-studie willen doen, maar opnieuw: dat zat er niet in voor kinderen van arme Friese boeren.
Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat hij zijn bestemming zou hebben gemist. Opa Hidde was een wijze, bescheiden en gewetensvolle man met een subtiele humor. Naast een harde werker is hij een uitmuntend echtgenoot, vader, opa, vriend en collega geworden, en daarmee een fraai voorbeeld van ''een vervuld leven", om met meneer Das te spreken. Opa's portret prijkt dan ook in een marmeren art décolijst op de piano, en af en toe branden we daar een kaarsje of wierookstaafje bij.
Maar wat hoop ik vurig dat mijn eventuele kleinkinderen de luxe zullen hebben om de studie te kiezen die aansluit bij hun ideaal. En mochten ze toch liever de fabriek in willen - petje af! Zolang ze maar zelf hun weldoordachte keuzes kunnen maken.

Enfin, zomaar wat associaties naar aanleiding van ene krantenberichtje...
Tot slot wens ik meneer Das uit Guwahati veel succes met zijn dissertatie. Want zo te lezen is hij zich wel bewust van zijn voorrechten. En zulke mensen gun ik het van harte.