vrijdag 22 augustus 2014

Volwassen debuut-cd van Ragazze Quartet



Ragazze (‘meisjes’) noemden violiste Rosa Arnold en celliste Geneviève Verhagen zich, toen ze als 14-jarigen een kwartet oprichtten. Inmiddels speelt het Ragazze Kwartet alweer bijna zes jaar in de huidige samenstelling, met violiste Jeanita Vriens en altiste Annemijn Bergkotte.
Na enkele cd’s in eigen beheer is het viertal nu toe aan een volwassen debuut bij een volwassen label: Channel Classics Records. Hiermee scharen ze zich onder grote namen als Pieter Wispelwey, Lavinia Meijer en Florilegium. Want kleine meisjes worden groot.
CD-cover 'Vivere' (Ragazze Quartet)

Door Margaretha Coornstra

De Doopsgezinde Kerk in Deventer valt op door haar rijkversierde, neorenaissancistische gevel. Sfeervoller locatie lijkt nauwelijks denkbaar. Binnen is het behaaglijk warm; ter wille van de strijkinstrumenten uiteraard, maar ook voor mensen is de temperatuur een weldaad op deze kille herfstochtend. Nauwelijks ben ik neergezegen op één der gebeeldhouwde kerkstoelen, of Rosa brengt mij een kop geurige kruidenthee uit eigen thermoskan. Intussen beent  Jared Sacks door de ruimte heen en weer, om het gezelschap vanuit alle hoeken te fotograferen met zijn iPod: “Voor op Facebook…!” 
 
In korte Schubertfragmenten spelen de Ragazze zich warm. Ranke, zijdeachtige klanken stijgen op in de hoge ruimte, zweven langs het roosvenster boven de preekstoel en blijven hangen onder de gewelfde houten zoldering. “Ik denk dat we nu niet meer teveel moeten repeteren,” oppert celliste Geneviève Verhage voorzichtig. Ze oogst instemmend gemompel.
Op de opname-agenda staat het Scherzo uit Schuberts Strijkkwartet nr. 14, Der Tod und das Mädchen. 
Om de Ragazze niet hinderlijk op de vingers te kijken, zoek ik mijn toevlucht in de consistoriekamer die nu als controlekamer dient: de vloer bedekt met een wirwar van kabels, de vergadertafel volgestouwd met computers, monitoren, toetsenborden, panelen, microfoons en bladmuziek. Op een van de stoelen voor het kerkbestuur hangt een relaxte Jared Sacks, koptelefoon op, en hapt van een krentenbol.
“Prachtige akoestiek,” stelt hij tevreden vast. “Heel ruimtelijk, maar wel met emotie. Tachtig procent van een opname zit ‘m in de ruimte, hè? De eerste dag hier waren we goed twee uur bezig met microfoons opstellen. Al doen we dat bij Haydn straks wel weer iets anders dan bij Schubert. Ze spelen Haydn zonder vibrato, dus dan wil ik het ook een beetje in stijl houden.” Saillant detail: in Haydn’s Strijkkwartet opus 76 no 4 (Sonnenaufgang) wordt bovendien gestreken met klassieke stokken, die alle vier letterlijk uit hetzelfde hout zijn gesneden. Want stokkenmaker Andreas Grütter hecht er waarde aan dat een kwartet tot zelfs in deze finesse een eenheid vormt.

Na ruim 22 jaar Channel Classics is Jared Sacks een ware coryfee binnen de klassieke wereld. Geboren en getogen in Boston; als muzikant (hij speelt Franse hoorn) gevormd aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Vrijwel vloeiend Nederlandstalig, met een smeuïg Amerikaans accent. In 1987 startte hij met het maken van professionele muziekopnamen. “Eerst voor andere labels, maar daar moest ik soms ook opnamen maken waar ik persoonlijk niet achter stond. Daarom ben ik in 1990 voor mezelf begonnen.”
Zijn eigen label Channel Classics dankt haar naam aan Sacks’ toenmalig adres: de Kanaalstraat in Amsterdam. “We zijn bijna een familiebedrijf, we doen alles zelf. Ook de promotie. Mijn vrouw (Lydi Groenewegen, MC) ontwerpt de booklets, mijn zoon Jonas fotgrafeert… En je ziet: het wérkt gewoon.”

Herhaaldelijk benadrukt Sacks hoe ingenomen hij is met het Ragazze Kwartet. “Ik had al in geen jaren meer een strijkkwartet meer gedaan en zat eigenlijk te wachten op zoiets als deze dames. Ze zijn ontzettend gedreven en ze hebben uitstraling.” Bovendien is er de sociale klik, voor hem een absolute voorwaarde om te kunnen werken: “Sowieso vergt het opnemen van strijkkwartetten veel tijd. Daarbij komt nog dat ik zelf alle opnamen maak. Dus ik heb er ontzettend veel plezier in dat we zo goed met elkaar op kunnen schieten.”
Parallel aan het interview verstrekt hij via de intercom feedback aan het viertal in de kerk: “In maat 22 was het bij de alt niet helemaal zuiver. Die fis, bedoel ik… Ja, zo is ie goed! Tja, ik verwacht van jou automatisch dat je elke keer perfect speelt, maar je bent ook nog een mens hè?”

Dit wordt de allereerste Ragazze-cd bij Channel Classics Records. “Met de combinatie Haydn, Schubert en Widmann laten ze het hele scala van hun kunnen zien,” licht Sacks toe. “Daarmee hebben ze dan meteen een marketing tool in handen, dat ze zelf ook kunnen rondsturen.”
In de aangrenzende kerk wordt intussen zin voor zin, maar voor maat, noot voor noot geïnterpreteerd, gewikt, gewogen en gesavoureerd. Er weerklinkt afwisselend hardop gepieker en gepriegel met accenten, frasering, crescendi… “Ik hoor jullie toch een beetje technisch denken,” roept Sacks hen goedmoedig tot de orde. “Niet doen! Gewoon muziek maken. Alsjeblieft zeg, hou op met dat – mierenneuken…?” Gegiechel vanachter de deur. “Hou óp! Gewoon lekker genieten. Oké?”

 “Jared haalt echt het beste in ons naar boven,” zegt Jeanita Vriens, als het kwartet even later aanschuift in de consistoriekamer. “Hij gaat op zoek naar de muziek áchter de noten. En vooral naar de bijzondere ‘magische momenten’ die vanzelf ontstaan tijdens het spelen.”
Rosa Arnold: “Jared benaderde ons om maar liefst drie cd’s te maken. Hij had ons deze Schubert horen spelen, Der Tod und das Mädchen, en was heel enthousiast!” Geneviève: “We hebben zelf ook wel het idee dat we met dit stuk echt ons verhaal kunnen vertellen. We spelen het sinds januari 2012, en we voelen er alle vier heel veel bij.” Jeanita: “Al schrokken we even toen Jared voorstelde om dit meteen bij de eerste cd op te nemen. Zó’n overbekend en monumentaal stuk! We hadden zoiets van: Oei, wie zijn wij om daar op onze debuut-cd al mee aan te komen…?” Annemijn, lachend: “Maar onze liefde voor dit kwartet, onze drang om het te spelen én ons vertrouwen van Jared hebben uiteindelijk overwonnen!”

Van het toch al beeldend geschreven Jagd Quartett (2003) van Jörg Widman wordt bovendien een heuse videoclip gemaakt, en wel door de jonge operaregisseur/singer/songwriter Robin Coops, in samenwerking met studenten van de Film- en Televisie Academie te Amsterdam. “Leuk om iets met leeftijdgenoten samen te doen,” vindt Jeanita.
De clip belooft overigens wel iets meer te worden dan een smaakvolle registratie alleen, voegt ze eraan toe. Immers, het woeste galopritme, de stokslagen op de instrumenten en de opgewonden jachtkreten (‘Hei, hei..!’) bieden aanleiding tot de nodige theatrale elementen. Voor de Ragazze geen onbetreden gebied; er prijken al verscheidene cross-overs op hun curriculum. Zo waren ze betrokken bij verschillende producties van gerenommeerde film- en theatermakers en toeren ze deze winter door het land met Kreutzersonate naar een verhaal van Lev Tolstoj, waarbij acteur Porgy Franssen als verteller fungeert.

Beschouwen ze, met zo’n veelzijdige staat van dienst en een meerjarig contract bij Channel Classics Records, hun naam nu langzamerhand niet als ‘beperkt houdbaar’? Of lijkt het hen juist wel aardig om in 2050 hun gouden jubileum te vieren als Ragazze Kwartet? Jazeker, knikken ze opgewekt: “Want ook dan zijn we nog steeds als meisjes begónnen!”

Meer info: www.ragazzekwartet.nl

© Margaretha Coornstra i.o.v. Luister, voorjaar 2013

woensdag 20 augustus 2014

Wonderkind Felix en de viool (CD)



MENDELSSOHN / Vioolconcert in d & Concert voor viool, piano & strijkorkest in d  
Tamsin Waley-Cohen (viool), Huw Watkins (piano) &
  Orchestra of the Swan o.l.v. David Curtis.
Signum Classics SIGCD0342 • DDD-60’
Uitvoering ***** | Registratie ****

Mendelssohns Vioolconcert in d (alias het Eerste Vioolconcert) is lange tijd in de vergetelheid geraakt. Het was Yehudi Menuhin die in 1951 het manuscript van de 13-jarige (!) Felix onder ogen kreeg, onmiddellijk de rechten opkocht van de familie Mendelssohn en het jeugdwerk nieuw leven inblies.
De muziek is licht en fleurig
de toon van een briljante en bevlogen puber uit een welvarend milieu.


 Violiste Tamsin Waley-Cohen speelt secuur en fijnzinnig. Aan haar afgewogen interpretatie voegt ze bovendien emotionele diepgang toe. Het ragdunne legato in zowel het Vioolconcert (Andante) als het Concert voor Viool, piano en strijkorkest (Adagio) is adembenemend, zo subtiel weten zij en dirigent David Curtis de spanning op te bouwen.

Hoe snel Felix Mendelssohn zich ontwikkelde, blijkt uit dat andere Concert in d (voor viool, piano en strijkorkest). Al werd binnen hetzelfde jaar geschreven, toch klinkt het meteen iets rijper en vooral aanstekelijk. Met het Orchestra of the Swan en pianist Huw Watkins maakt Waley-Cohen er dan ook hoorbaar een feestje van.
Detail: tussen de afzonderlijke tracks hoor je seconden lang een donkere ruis. Niet onoverkomelijk, wel opmerkelijk.


© Margaretha Coornstra i.o.v. Luister (maart 2014)