vrijdag 11 september 2015

Rick Stotijn en de dansende bas

“Een eersteklas virtuoos,” verzuchtte muziekcriticus David Hurwitz in 2012. Aanleiding was het debuutalbum van contrabassist Rick Stotijn.
Het jaar daarop won Stotijn de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste vaderlandse onderscheiding voor jonge musici.
In november 2014) verscheen zijn tweede cd: ‘Basso Bailando’. Met elegante souplesse beweegt Stotijn zich op het snijvlak van klassiek, jazz en volksmuziek.


door Margaretha Coornstra

Menige muziekvriend herinnert zich hun flamboyante optreden tijdens het Prinsengrachtconcert 2012. Het was een snikhete augustusavond. Samen met pianist Joseph Breinl brachten mezzosopraan Christianne Stotijn en contrabassist Rick Stotijn de wereldpremière van ‘And How Are We Today?’ Een eigenzinnig, wrang-ironisch gedicht van Carol Ann Duffy, door de Nederlandse componist Michiel van der Aa eigentijds, theatraal, ja bijna poppy getoonzet. Het beeld dat zou beklijven was dat van Christianne in haar fladderende vuurrode galajapon, met beide vuisten energiek op de klankkast van Rick’s peperdure, ruim 160 jaar oude ‘Raffaele e Antonio Gagliano’-contrabas timmerend. Spelplezier en saamhorigheid spatten eraf.
“Ik ben heel close met m’n zus,” bevestigt Rick nu ten overvloede. “Het is altijd weer geweldig om samen te repeteren.”

Nog recenter wapenfeit is de liedcyclus van de wereldberoemde, nu 90-jarige Amerikaanse componist Ned Rorem, getiteld ‘How Like a Winter’. Vorig jaar verklankte de maestro een serie Shakespeare-sonnetten, speciaal voor beide Stotijn-telgen. Wat hen op 29 oktober andermaal een wereldpremière opleverde, ditmaal in het Concertgebouw. En ja, Christianne was ook al te horen op het debuutalbum van haar broer, dat hij wijdde aan de Italiaanse componist en contrabasvirtuoos Giovanni Bottesini (1821-1889). Haar aanwezigheid lag dubbel voor de hand omdat Bottesini affiniteit met zang had (hij schreef twaalf opera’s) en zich beijverde om de contrabas van melodieuze, vocaal aandoende partijen te voorzien.

Godfather
Maar naast die innige samenwerking trekken broer en zus ieder hun eigen spoor door de muziekwereld. Momenteel is Rick Stotijn als eerste contrabassist verbonden aan het Rundfunk Sinfonie Orchester Berlin en het Zweeds Radio Symfonieorkest. Het was in die laatste functie dat hij het idee ontwikkelde voor zijn tweede album: ‘Basso bailando’. Aanleiding vormde zijn solopartij in het ‘Divertimento Concertanto' voor contrabas en orkest van Nino Rota (1911-1979). Nu zal niet iedere lezer Rota’s naam kennen, maar wel sommige van zijn melodieën. Rota werd namelijk vooral bekend als huiscomponist van filmregisseur Federico Fellini (‘La Strada’) en als brein achter de beroemde muziek bij ‘The Godfather I & II’ van Francis Ford Coppola. ‘The Godfather II’ leverde hem zelfs een Oscar op. Toch componeerde Rota ook ‘gewone’ orkestwerken voor de concertzaal. “En ik wilde heel graag dit Divertimento op cd zetten,” vertelt Stotijn. “Ten eerste had ik dit stuk nooit eerder gespeeld, ten tweede bestond hiervan nog geen officiële opname bij een groot label.”

Reden om Channel Classics in te schakelen, dat in april 2012 al zijn Bottesini-album uitbracht. Oprichter en opnameleider Jared Sacks is inmiddels een goede vriend geworden: “Jared is zó betrokken bij zijn musici! Voor deze Rota-uitvoering kwam hij nota bene speciaal naar Stockholm. Ja, het Divertimento is live opgenomen tijdens een concert in de Berwaldhallen; als je goed luistert, hoorje af en toe een kuch tussendoor…”
Stotijn houdt van live opnamen: “Er hangt zo’n totaal andere energie. Sowieso voel je de spanning van het publiek. Maar bovendien ben je bezig om iets aan ménsen te vertellen, in plaats van aan zo’n microfoon. Daardoor maak je je gelijk minder druk over allerlei technische dingetjes.”

Arrangementen
De lange en complexe ontstaansgeschiedenis van de contrabas laat zich hier niet in enkele woorden vangen. In de achttiende eeuw werd het instrument populair als ‘violone’ en begonnen bekende componisten als Joseph Haydn er muziek voor te schrijven. Maar niet alleen de stemming wisselde, ook het aantal snaren lag nog niet echt vast. Pas in de negentiende eeuw ontstond de viersnarige contrabas, gestemd in kwarten. Stotijn: “Voor geen enkel instrument is zóveel gerotzooid met formaat en stemmingen als met de contrabas. Het is een van de oudste instrumenten, dus er is ook ontzettend veel voor geschreven. Maar niet alle repertoire is van het kaliber Mozart of Brahms. Daarom zoek ik het vaak in bijzondere arrangementen.”

‘Basso bailando’ bevat daarvan twee fraaie voorbeelden. Arrangeur Marijn van Prooijen wist de ‘Vier jaargetijden van Buenos Aires’ van Astor Piazzolla opnieuw te instrumenteren zonder iets aan de expressie af te doen. Tegen een achtergrond van strijkorkest hoor je de fluweelzacht grommende contrabas met relaxte lijzigheid naderbij sluipen, om zich dan te verstrengelen met de ranke, wellustig kronkelende vioollijnen van Malin Broman in een felle tango.
Totaal anders van sfeer, maar ook verbluffend naturel klinkt De Falla’s liedcyclus ‘Siete canciones populares espanõlas’, in de wonderlijke bezetting van harp en contrabas. Harpiste Lavinia Meijer - altijd in voor een experiment - strooit haar fonkelende noten als sterren over de donkere contrabaslijnen. Vooral de melancholische ‘Asturiana’ wordt een juweel van verstilling en kwetsbaarheid.
 
De titel ‘Basso bailando is een mengvorm van twee talen. Basso is Italiaans, bailando Spaans, tezamen: de dansende bas.
“Wat ik bij deze cd vooral naar voren wilde brengen, zijn de meer zwoele en de ruige kanten van de bas,” zegt Rick Stotijn. “En het zijn gelukkig allemaal goeie vrienden die hieraan meewerkten. Tijdens de opnamen voelde iedereen die eensgezindheid, zo van ‘wij gaan hier met z’n allen iets waanzínnigs van maken!’ Dus als we nu samen terugluisteren, zien we een big smile op elkaars gezichten… Want dan herinneren we ons de lol die we op het podium hadden.”


CD Basso Bailando. Channel Classics CC SA 33613. 

(Stentor - Spectrum, november 2014)