vrijdag 17 augustus 2012

Zwolse Mariaprocessie: kort maar krachtig



Maria Hemelvaart, door Juan Martin Cabezalero (17e eeuw)

door Margaretha Coornstra
Rond zes uur klinkt al statig uitwaaierend klokkengebeier over de stad - vanuit de Peperbus, benaming in de volksmond voor de toren van de Basiliek van Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming.
Het is namelijk die Tenhemelopneming, ook wel Maria Hemelvaart genoemd, die de rooms-katholieke kerk op 15 augustus, wereldwijd herdenkt. En voor de zesde keer op rij herleeft vandaag in Zwolle een middeleeuwse traditie: de jaarlijkse Mariaprocessie over de Ossenmarkt.
In en om de Basiliek heerst een gezellige drukte, want er zijn ook gelovigen van ver buiten Zwolle gekomen. Men is feestelijk gekleed en verwachtingsvol gestemd; ook wildvreemden lachen elkaar saamhorig toe. Extra bijzonder is aanwezigheid van kardinaal Wim Eijk die - tussen een retraite en zijn vakantie in - volgens eigen zeggen ‘met plezier’ tijd heeft vrijgemaakt om vandaag in Zwolle de hoogmis te celebreren.
In de hal van de kerk staat een groepje mannen in blauw/witte tunieken. Ze blijken leden van het zogeheten Sint Michaëlsgilde, die straks als dragers van het Mariabeeld fungeren. En het is dit jaar voor het eerst dat ze daarvoor speciaal zijn uitgedost. “Blauw en wit, de kleuren van Zwolle én van Maria. Kan het nog mooier?”
Buiten verzamelen de aanwezigen zich op het pleintje. Plotseling klinkt een gezamenlijk ‘Wees gegroet, Maria’ op. De menigte wijkt uiteen, want daar komt de geestelijkheid naar buiten schrijden: gehuld in lange witte gewaden en wolken wierook, als plechtige voorhoede van Maria. En ja, het blijkt waarlijk een kippenvelmoment wanneer de zittende Moeder met Christuskind langs de haag van bezoekers naar buiten wordt gedragen: een laat-19de eeuws kunstwerk van zilversmid Hellner, omringd door kleurige fluwelen vaandels.
“Dames en heren…?” zegt dan een van de priesters, met een uitnodigend handgebaar. Zijn woordkeus klinkt verrassend profaan waar je onwillekeurig “broeders en zusters” verwachtte. Maar de devotie keert onmiddellijk terug zodra de stoet het eerste Marialied aanheft: "O reinste der scheps'len...!"

Langzaam trekt de processie door de straten. En al duurt de rondgang nog geen kwartier, het blijkt voldoende. Dit onversneden ‘roomse’ ritueel heeft zijn krachtige uitwerking op de deelnemers niet gemist. Of, zoals de pastoor het na afloop in de kerk verwoordt: “Wij hebben zojuist een getuigenis afgelegd. Wij zijn naar buiten getreden.”


© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 16-08-2012