zaterdag 11 juli 2015

Op levensreis door het Groot Hontschoten

Vlakbij Teuge liggen de Levenstuinen van het Groot Hontschoten. Met een idyllische wandelroute als afspiegeling van ’s mensen levensreis.

Tuin van de Bevruchting - Foto auteur


door Margaretha Coornstra

Als eerste waait je de geur tegemoet: een zoet maar subtiel melange van vlierbloesem en rozen. Wat een weldadige sensatie na de veelbelovende tocht, langs grazige weiden tussen rijen statige populieren en pluimige wilgen. Een klassiek landschap; Nederland op z’n mooist.
Op het grasveld dat als (gratis) parkeerterrein dient, hoor je van verre al een bekende kreet: “Éééow, éééow…!” En bij de ingang wordt helemaal duidelijk waar de twee pauwen op het logo vandaan komen. Een sneeuwwitte pauwhaan tript bedaard over het terras en ‘pronkt’ op verzoek. Langzaam ronddraaiend poseert hij voor bezoekers, de enorme staart uitgespreid als een reuzenwaaier van kant. Zijn blauwgroene soortgenoot stelt zich bescheidener op; diens lange staartveren slepen over de grond.

“De pauw staat in het hindoeïsme voor harmonie, maar daarom hebben we ze niet gekozen hoor,” zegt oprichter en eigenaar Charles van de Nieuwegiessen. “We vonden het gewoon mooie vogels, heel eigenwijs en persoonlijk ook. Dus dachten we: nou, dan zetten we die op het logo.”
‘We’, dat zijn Van de Nieuwegiessen zelf en zijn partner Hans IJzerman, die in 2010 overleed. In 1994 namen ze het vermetele initiatief om 1,6 hectare maïsveld om te toveren tot een tuinencomplex waarin je uren kunt ronddwalen. In het Paviljoen bij de Tuin van de Liefde liggen oude fotoboeken waarin het wordingsproces is vastgelegd, vanaf het prille begin. Met kiekjes van twee lachende mannen bij de graafmachine, waarmee de eerst waterpartijen werden uitgediept en heuvels opgeworpen.

Middeleeuwen
Toen ze in 1993 de boerderij met de omliggende grond kochten, beseften ze niet dat ze zich op een oud landgoed zouden vestigen, vertelt Charles van de Nieuwegiessen. “In 1348 bestond dit al onder de naam het Groot Hontschoten. ‘Hont’ is een middeleeuwse oppervlaktemaat. ‘Schoten’ betekent dat dit hooggelegen terrein beschermd was, vooral tegen overstromingen.”
Zelf kwam hij op het idee om hier een eigen landschap aan te leggen. “Maar Hans heeft er vooral artistiek veel aan bijgedragen. Hij was heel kunstzinnig.” Dat blijkt. In de Tuin der Bevruchting staat IJzermans driedimensionale versie van ‘De kus’ van Gustav Klimt. Ook het prieel op het eiland en de betonnen ‘standing stones’ − een kring van ruwgevormde zuilen, als miniversie van Stonehenge − zijn creaties van hem.

Bezoekers krijgen een plattegrond aangereikt met romantisch klinkende legenda: Tuin van het Licht, Varenpad, Moeras. De route door tuinen weerspiegelt het levenspad van de mens. Het mag dan ook geen verbazing wekken dat ik halverwege het spoor volledig bijster ben. Gelukkig is verdwalen in deze omgeving geen straf.
Mijn keus om deze levensreis barrevoets in sandalen te maken, blijkt minder gelukkig: het stilstaand water garandeert een flinke muggenpopulatie. Weldra loop ik gebukt aan mijn enkels te krabben. In de Vallei ontmoet ik nog een bezoekster, getooid met een pashmina in regenboogkleuren en een turquoise halssnoer. Ook zij krabt. We lachen erom en ze zegt: ‘Ach ja, gestoken worden hoort ook bij het leven, hè?’

Fuchsia's
De website spreekt van ‘Westerse Levenstuinen volgens het Zen principe’. Toch zie je geen strakke Zen-tuinen waarin steen overheerst. Alleen de Witte Tuin met het grind heeft iets Zen-achtigs. Verder voert groen de boventoon, vaak in aangenaam verwilderde staat. In het halfduistere laantje van de Zwangerschap bloeit de vlier, het Germaanse symbool voor vruchtbaarheid en bescherming. Ook zevenblad en springbalsemienen mogen welig tieren, al blijven ze binnen de perken. En overal prijken bloemen, per tuin gesorteerd op kleur. Gele lissen langs de beek. Vlezige oranje lelies, met een wulpse uitstraling. Etherisch blauwe irissen. En rozen, heel veel rozen; wild of gecultiveerd, van dieprood tot tedere tinten roze en wit.
Bij het Paviljoen kom ik de mevrouw met het turquoise halssnoer weer tegen. Samen constateren we dat hier de grootste fuchsia’s hangen die we ooit hebben gezien. En dat deze omgeving iets met je doet. De natuurlijke schoonheid stemt niet alleen tot vrede, maar ook tot verdieping. “Toen ik hier binnenliep, voelde ik meteen iets van: ah!” Ze legt een hand op haar keel. “Blijkbaar kom ik hier voor mijn keelchakra.”

Religies

Nog altijd speelt kunst een rol in de Levenstuinen. In de Oranjerie hangen abstracte maar toegankelijke schilderijen. Zachte pianomuziek van Satie tinkelt door de intieme ruimte. Vooral de doeken met indigoblauw en pastelroze blijven je bij. Verderop, rondom de grote vijver met het geheimzinnige eiland, staan sokkels opgesteld met moderne bronssculpturen.
Vele tuinornamenten vertegenwoordigen diverse stijlen, al voert de jugendstil de boventoon. Ze verwijzen tevens naar diverse religies: Keltisch, Germaans, indiaans, hindoestaans. Regelmatig passeer je een stenen Boeddhabeeld. En al is de Boeddha in veel burgertuintjes tot postmoderne tuinkabouter gedegradeerd, hier in de Levenstuinen belichaamt hij nog wijsheid en mededogen.

Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt is de interreligieuze kapel bovenaan een watertrap. Het uitzicht op de vijver is idyllisch. Binnen bevinden zich een altaar met een crucifix en een bidstoel, maar ook andere symbolen uit godsdiensten over de hele wereld. Het glas in lood versterkt de sacrale sfeer.
“Mag ik u even storen…?” Daar staat de mevrouw met de turquoise ketting in de deuropening, een bruin flesje in de hand: “Ik bedenk opeens dat ik kruidnagelolie bij me heb, dat houdt muggen op afstand. Wilt u ook?” Nou, graag. Enkele minuten later merk ik dat het inderdaad werkt. Volgende keer zelf een flesje meenemen. Of citroenolie, dat helpt ook.

www.levenstuinen.nl


Meer belevingstuinen:
- Tuinen Mien Ruys, Dedemsvaart. 30 stijltuinen met vaak monumentale status. www.tuinenmienruys.nl
- Fantasietuin ’t Loo, Oldebroek. Met tropische en Japanse tuin en B&B. www.fantasietuin.nl
- Kijktuinen Nunspeet. Met o.a. 1 km. blotevoetenpad en 2 ha. maïsdoolhof. www.kijktuinen.nl



(i.o.v. Wegener Media, bijlage Uit & Thuis, juni 2015)

'Zo doen wij dat!' - Gezinsleven met een psychiatrische diagnose

DE FAMILIE:

Nicole Schalken (47), ervaringsdeskundige in de GGZ
Gerrit Hoevers (47), sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, verpleegkundig specialist GGZ i.o.
Silas Hoevers (15), gymnasiast


door Margaretha Coornstra

Nicole: “Ik ben opgeleid tot maatschappelijk werker en sociaal-pedagogisch hulpverlener. Maar ik ben ook vanaf mijn veertiende jaar zelf in behandeling. Eerst bij jeugdzorg, daarna ben ik doorgestroomd naar de volwassenpsychiatrie. Ik heb meerdere langdurige opnames meegemaakt, met daartussen relatief stabiele periodes. Van alle diagnoses die ik heb gekregen, herken ik het meest in de laatste: Complexe Post-Traumatische Stress-Stoornis, met kwetsbaarheid voor psychosen. Het heeft namelijk ook sterk met jeugdervaringen te maken. Alleen, vroeger kenden ze die term nog niet. Wel ‘gewone’ PTSS, maar dan vooral gerelateerd aan oorlogstrauma’s.”
Gerrit: “Na de geboorte van Silas werd Nicole erg depressief. We probeerden eerst om een opname te vermijden. Ook vanwege Nicoles eigen angst: ‘O nee, niet wéér een opname!’ Maar uiteindelijk zaten we elke ochtend bij Nicoles behandelaar en toen besloten we: nu is een opname toch beter.”

Vermijd geheimzinnigheid en taboes

Nicole: “Gerrit heeft het lang volgehouden. Hij was zelf ook huiverig voor die opname, door zijn eigen jeugdervaringen.”
Gerrit: “Ja, mijn vader werd psychisch ziek toen ik negen jaar was. Hij is uit ons gezin ‘verstoten’, mag ik wel zeggen. Hij werd opgenomen en kwam niet meer terug. Er was ook veel schaamte rondom zijn ziekte, niemand praatte erover. Later zijn mijn ouders ook gescheiden. Het gevolg was dat ik mijn vader tien jaar lang niet heb gezien. Toen Nicole na Silas’ geboorte ziek werd, besefte ik gelijk dat dit voor óns natuurlijk geen optie was!”
Nicole: “Toen Silas vier was, gingen we verhuizen. Daardoor werd ik helemaal chaotisch en moest ik weer worden opgenomen. Tegen Silas hebben we gezegd: je mag er op school gerust over praten, je hoeft niet geheimzinnig te doen. Jammer genoeg had één juf daar veel moeite mee. Het was een vrije school en ze vond dat je je kind moest ‘omhullen’, behoeden voor grote-mensen-problemen; voor het woord ‘psychiatrie’ alleen al.”
Gerrit: “Een mooi verhaal vind ik nog altijd dat een leesmoeder Nicole plotseling opbelde, met de vraag: ‘Weet jij misschien een goeie psychiater voor me?’ Kennelijk had Silas iets losgelaten waardoor ze dacht: o, dan kan Nicole me vast wel tips geven.”

Na opname is herstel van sociale rollen belangrijk
Nicole: “Bij langdurige opname raak je ook je rol als moeder en partner langzaam kwijt, je bent alleen nog patiënt.”
Gerrit: “Bovendien beland je in de ziektewet, dus het heeft ook financiële gevolgen. Dat is een extra stressor. Maar het ging langzaam beter met Nicole toen ze thuiskwam en weer zorgtaken op zich nam.”
Nicole: “In die periode had ik veel steun aan de schooljuffen, met wie ik afspraken maakte. ’s Ochtends bracht ik Silas naar de kleuterschool en daarna maakte ik in m’n eentje urenlange fietstochten, om een beetje tot rust te komen. Nee, dat was geen fijne tijd.”
Silas: “Ik herinner me daar weinig van. Ik weet alleen dat ik soms na schooltijd zat te wachten bij de juf, omdat mijn moeder nog aan het fietsen was.”


Humor is onmisbaar
Gerrit: “Overigens is niet zo dat we steeds op onze tenen lopen om Nicole niet overstuur te maken. Juist niet! We lachen ook vaak om onszelf.”
Nicole: “O ja, humor is echt onmisbaar.”
Silas: “Ja, we praten er altijd met een zekere losheid over. Volgens mij ga ik niet anders met mijn moeder om dan elke andere puber. Ik kijk wel anders naar de psychiatrie dan mijn leeftijdsgenoten. Aan tafel hoor ik mijn ouders vaak over hun werk praten. En soms vragen ze dan mijn mening. Dat vind ik heel bijzonder.”
Nicole: “Ja, we vragen wel eens: wat zou jij doen? Silas heeft een heldere kijk op dingen.”


Vertel elkaar wat je moeilijk vindt 
Silas: “Tijdens vakanties komt wel naar voren dat bepaalde dingen moeizaam gaan. Ik ben weleens alleen met m’n vader op reis geweest, omdat het met mijn moeder niet goed ging.”
Nicole: “Ik ben het liefste thuis, daar voel ik me het veiligst. Ik raak gauw uit m’n doen in een vreemde omgeving met veel prikkels. Maar ik wil ook rekening houden met mijn gezin, dus ga ik soms toch mee.”
Gerrit: “Het is een kwestie van samen om de tafel zitten en vragen waar iedereen zich het beste bij voelt. Wat mij opvalt: op onze leeftijd gaan veel mensen scheiden. En dan hoor je vaak: ‘Ach, eigenlijk was het al heel lang zo, dat…’ Dan ben ik stomverbaasd: hoe is het mógelijk dat onderlinge spanningen al zo lang bestaan? Praat je dan nooit met elkaar? Ik kan me niet voorstellen dat bij ons een probleem jarenlang onbesproken zou blijven. Wij blijven juist door alles heen communiceren en steeds vragen hoe het met iedereen gaat!”


Oordeel niet over mensen die ‘anders’ zijn
Nicole: “Volgens mij is Silas tot op de huidige dag boos op mij om een verjaardagsfeestje…”
Silas: “Oh ja, voor mijn zesde verjaardag moest ik een jongetje uitnodigen dat op school altijd werd buitengesloten. Ik zag zelf dat niet zo zitten. Mijn moeder was daar behoorlijk dwingend in, ja. Niet dat ik een hekel had aan dat jongetje, maar ik begreep hem niet. En hij mij niet.”
Gerrit: “Hij was inderdaad moeilijk.”
Nicole: “En ík had hem juist meteen in mijn hart gesloten! Al zou ik Silas nu niet meer onder druk zetten, daarin ben ik wel veranderd. En ik zie ook dat Silas heel goed met de meest uiteenlopende mensen omgaat. Hij zal nooit zomaar iemand veroordelen. Sowieso zijn we geen mensen die onder elkaar zeggen: ‘Psst, heb je de buurvrouw gezien…?’ We weten hoe ingewikkeld iemands leven kan verlopen.”


Ook als chronisch patiënt kun je een zinvol leven leiden 
Nicole: “Eigenlijk had ik best meer kinderen gewild. Uiteindelijk hebben we besloten dat dat er niet in zat. Maar ik ben wél moeder geworden en dat vind ik ontzettend belangrijk! Verder werk ik nu in de langdurig ambulante zorg. In wezen ben ik gewoon hulpverlener, maar wel een openhartige: ik mag worden bevraagd op mijn ervaringen. Samen met patiënten zoek ik naar manieren om hun leven zo prettig mogelijk te maken: wat zijn je interesses, welke dromen heb je, in hoeverre kun je die realiseren? Want een psychiatrische ziekte betekent echt niet dat je alles op moet geven. Ook daarmee kun je een zinvol leven leiden.” 


I.o.v. De Persgroep / de Stentor, &-Katern rubriek "Zo doen wij dat!", 27 juni 2015