vrijdag 17 juli 2015

De Ochtend van 4: niet óver klassiek, maar mét klassiek


Het is alweer een dik jaar geleden dat Margriet Vroomans om 7 uur ’s ochtends de Radio 4-luisteraars begroette als hun nieuwe presentator. Waar tot januari 2010 Hans Haffmans met Viertakt Vroeg een programma presenteerde óver klassieke muziek, is KRO’s  Ochtend van 4 vooral een programma mét klassieke muziek.  Op maandag is Mieke van der Weij de gastvrouw, op andere werkdagen Margriet Vroomans. Het nieuwe format – een mix van toegankelijke klassieke muziek en luchtige nieuwsgesprekken - zoekt bewust een groter publiek. [interview uit 2011]

door Margaretha Coornstra

“Ik ben geen kenner, ik ben een liefhebber,” zo typeerde Margriet Vroomans zichzelf een jaar geleden. Wat bedoelde ze daarmee?
“Nou ja, ik ben geen musicoloog en geen musicus. Het programma wordt samengesteld door musicologen. Maar zelf hoor ik eerder bij het publiek dat wij willen aanspreken. Mensen die van klassieke muziek houden en in een rustige sfeer, in een zogeheten 'slow zone', aan hun dag willen beginnen. En die door het programma misschien geïnspireerd raken om naar sommige muziekstukken wat vaker te luisteren of er iets over te lezen. Dat heb ik zelf regelmatig: dat ik na zo’n Ochtend van 4 toch iets meer wil weten over een componist, en meer werk van hem wil leren kennen.”

Kunnen we zeggen dat De Ochtend van 4 minder elitair is dan Viertakt Vroeg?
“Elitair vind ik een te negatief woord. Daarmee zet je alle kenners van klassieke muziek als elitair weg. Viertakt Vroeg was niet elitair, het was gewoon een programma over klassieke muziek. Maar we hebben de formule wel veranderd, omdat we meer luisteraars willen bereiken. ‘Meer’ wil zeggen: ook de mensen die eigenlijk best graag klassieke muziek horen, maar voor wie de drempel gevoelsmatig nog te hoog is. Bijvoorbeeld doordat ze het idee hebben dat je er eerst veel vanaf moet weten om ervan te kunnen genieten.”

Hoe reageren luisteraars op de mix van muziek en nieuwsgesprekken?
“Laatst sprak ik nog een collega van een andere omroep, die vertelde hoe goed hem die combinatie beviel: “Want ik vind het heerlijk om ‘s morgens naar muziek te luisteren, zonder het nieuws tot in detail te volgen. Maar tegelijk wil ik niet volledig afgesloten zijn van de buitenwereld.”
Kijk, dat is precies wat ons voor ogen stond. Niet die constante staccato nieuwsstroom van Radio 1, maar wel contact houden met de werkelijkheid. We zoomen ook in op het culturele nieuws; dat is een apart onderdeel van het programma. En op vrijdag hebben we  A.L. Snijders, winnaar van de Constantijn Huygens Prijs 2010, met een pasgeschreven ‘zkv’, een Zeer Kort Verhaal: fijnzinnige observaties in enkele zinnen, werkelijk juwééltjes..! Met zulke elementen proberen we De Ochtend van 4 voor steeds meer mensen aantrekkelijk te maken.”

Vanwaar jouw eigen liefde voor klassieke muziek? Van huis uit meegekregen?
Ja, ik ben zelfs een van de weinigen thuis die geen instrument bespeelt. Mijn ouders zijn echte liefhebbers, die met name altijd heel veel hebben gezongen. Mijn moeder zat vroeger bij het Haagse jongedameskoor ‘Door Zingen Levensvreugde’, kortweg Dozile genoemd. Mijn vader was lid van De Verenigde Zangers, ook in Den Haag. Mijn jongste broer is pianist in het Metropole Orkest en mijn zoon studeert nu jazzpiano aan het conservatorium... En tja, zelf heb ik ook altijd veel van klassieke muziek gehouden. Maar op een of andere manier had ik nooit de tijd en het geduld om zelf een instrument te leren bespelen. En waarschijnlijk had ik ook niet genoeg talent.”

Maar nu duik je alsnog in de muziekhistorie om toelichtingen te schrijven. Ik ving iets op over Verdi, die zich te Scheveningen zeer onbehaaglijk voelde bij het besef hoe diep Nederland onder de zeespiegel lag...
“Verdi hoorde bij het thema van deze zomer: buitenlandse componisten die Nederland hebben bezocht. De teksten rond zulke hoofdthema’s worden door de samenstellers van het programma geschreven. Daarnaast krijg ik tekstuele bouwstenen aangeleverd van de muzieksamenstellers, en aan de hand daarvan schrijf of herschrijf ik inderdaad zelf de verbindende teksten. En daar probeer ik dan geen lesje van te maken, met jaartallen en stijlkenmerken en zo. Ik zoek liever een anecdote waarin mensen iets van zichzelf herkennen, waardoor ze zich enigszins met de componist kunnen identificeren.”

Zodat ze zich meer en meer thuis gaan voelen in de klassieke hoek?
“Ja. Want er zijn nog zoveel mensen die simpelweg niet gewend zijn om naar klassieke muziek te luisteren en daarom niet gauw op Radio 4 zullen afstemmen. Ik denk aan jongeren, maar ook aan mensen uit niet-Westerse culturen. Telkens als ik in de concertzaal kom, zie ik een wat ouder en grotendeels wit publiek. Dat vind ik ontzettend jammer! Ik denk dat je er als programmamaker terdege rekening mee moet houden dat de samenstelling van de Nederlandse bevolking is veranderd. Dat hier veel mensen wonen die niet met de Europese cultuur zijn opgegroeid. En dat we, als we het maatschappelijk draagvlak voor klassieke muziek overeind willen houden, ook hen daarbij moeten betrekken.”


KRO De Ochtend van 4, Radio 4, maandag t/m vrijdag 07:00 - 09:00

(i.o.v. Luister, 2011)

Italië in de polder

Poster 'Travelling in Baroque' 2015
‘Travelling in Baroque’, het kamermuziekfestival van het Apollo Ensemble, beleeft van 7-9 augustus zijn achtste editie. De website toont een vrolijk gekleurd kaartje van Flevoland, bezaaid met groen-wit-rode Fiatjes 500 die van de ene locatie naar de andere knorren. Want het driedaags polderevenement heeft dit jaar Italië als thema

Tekst: Margaretha Coornstra
Paganini op Urk. Niet de meest voor de hand liggende combinatie. Nota bene: de zwartharige Italiaanse ‘duivelsviolist’, die ’s nachts op kerkhoven speelde en zijn gezicht wit schminkte, als een soort gothic avant la lettre. En dan het gure Hollandse eilandje, waar tezelfdertijd het strengste calvinisme de bevolking moreel in bedwang hield. Nog afgezien van het feit dat Paginini niet als barokcomponist kan worden aangemerkt. 
Maar het festival ‘Travelling in Baroque’ legt dan ook het accent op ‘travelling’. En het begrip ‘reizen’ heeft hier meerdere lagen, legt zakelijk leider Marion Boshuizen uit. 
“Op het eerste gezicht is het een muzikaal rondreisje door de polders. Maar eigenlijk is het vooral reizen in de geest. Reizen door en vanuit Italië, maar ook door en rondom de barokperiode. Soms volgen we even een weg terug naar de renaissance, dan reizen we weer een eindje vooruit naar de romantiek…”
 

Bakermat
Italië en Duitsland, dat zijn de landen die je als bakermat van de barok kunt zien. “Maar vooral vanuit Italië zijn veel andere landen beïnvloed,” aldus Boshuizen, die zelf als claveciniste meespeelt op het festival. “Johann Sebastian Bach zonder Italiaanse barok is ondenkbaar. Bach heeft heel veel Italiaanse muziek overgeschreven en bewerkt. Zoals het beroemde Hoboconcert in d van Alessandro Marcello, dat hij arrangeerde voor klavecimbel solo. En wij op onze beurt spelen dat in Emmeloord weer mét continuo-instrumenten erbij, haha…! Maar Bach schreef ook zelf een Italiënisches Konzert voor klavecimbel.”

Niccolò Paganini bezorgt Urk overigens wel een Nederlandse première: de duetten voor viool en fagot MS.130, waarvan het bestaan tot het eind van de vorige eeuw alleen werd vermoed op grond van ’s mans autobiografie. De bladmuziek zelf werd in 1990 pas teruggevonden. Paganini schreef ze vermoedelijk voor een onbekende Zweedse fagottist, die wat meer uitdaging in zijn repertoire wilde. En ja, dat kon je aan Paganini overlaten; juist uitdaging was hét speerpunt van de virtuoze excentriekeling. Zowel van de fagottist als de violist vergt hij in deze duetten dan ook het uiterste. 
Historisch extraatje aan dit optreden is dat de jonge violiste Daphne Oltheten een authentieke viool bespeelt die ooit nog van de jonge prinses Juliana is geweest. Dit instrument werd in 1691 gebouwd door Willem van der Sijde in Amsterdam. Sinds het Koninklijk Huis de viool in het Nationaal Instrumenten Fonds overdroeg, wordt deze in bruikleen gegeven aan violisten die zich specialiseren in de authentieke barokuitvoering. “Paganini spelen op een authentiek instrument is trouwens heel bijzonder,” zegt Marion Boshuizen, “ want die violen hadden indertijd nauwelijks genoeg ruimte voor datgene wat Paganini graag wilde.”
Natuurlijk wordt er ook gezongen, bijvoorbeeld door het Belgische ensemble Encantar. Deze vijf zangeressen gedenken de 500ste geboortedag van Cypriaan ‘Cipriano’ De Rore. Deze Vlaming maakte Italië carrière als componist van (vaak weemoedige) madrigalen, waarin tekstexpressie en affecten steeds meer centraal kwamen te staan. De Rore’s muziek evolueerde aldus naar de zogeheten ‘seconda pratica’, een emotionele stijl met de vocale versieringstechnieken die ook zo kenmerkend was voor de vroege Italiaanse barokopera van Monteverdi.
 

Opera
Wat Marion Boshuizen wel jammer vindt, is dat er geen Italiaanse opera in het festivalprogramma zit. Zelfs geen kameropera. Hoewel het Scroll Ensemble in Zeewolde misschien toch voor een grensgeval zorgt met ‘La Ninfa’, een soort mini-operaatje voor één zanger en instrumenten. ‘La Ninfa’ maakt deel uit van een muzikale ‘Grand Tour’ door Italië, waarbij het Scroll Ensemble ook aan publiekparticipatie doet. Hiervoor maakt het viertal gebruik van de geheimzinnige ‘muziekmachine’ waarover wetenschapper Athanasius Kirchner in 1650 al schreef in zijn ‘Musurgia Universalis’. De Duitse jezuiet Kirchner was − als late exponent van de renaissance − een typische ‘uomo universale’, een veelzijdig intellectueel met kennis van zowel kunsten en als wetenschappen. Zo ontwierp hij de allereerste megafoon, maar ontvouwde ook plannen voor machine waarmee zelfs een muzikale leek heel schappelijk zou kunnen componeren. Het Scroll Ensemble gebruikt Kirchners aanwijzingen om samen met de bezoekers een nieuw stuk bij elkaar te improviseren.
 

Ook de Russische laatromantiek laat van zich horen, en wel in de persoon van Tsjaikovsky. Het Strijksextet Den Haag ontfermt zich liefdevol over zijn ‘Souvenir de Florence’, door Marion Boshuizen getypeerd als ‘Italiaanse muziek met een Russisch accent’. En zondagavond wordt het festival afgesloten met een zoete apotheose door de musici van Combattimento. ‘Dolci d’Italia’ heet hun programma, dat gepresenteerd wordt als een serie Italiaanse lekkernijen uit de 17de en 18de eeuw. Het gezelschap ontleent de titel aan het concerto grosso ‘Dulce Somnium’ (zoete droom) van Georg Muffat (1653-1704); geboren en getogen in de Elzas, maar naderhand opgeleid in Rome waar hij de aanpak van Corelli vermengde met zijn eigen Franse stijl.

Randstad
Het Italië-thema is overigens veel meer dan een kapstok om lukraak allerlei Italiaans getinte muziekjes aan op te hangen, benadrukt Boshuizen. Ieder concert past binnen een diep doordachte structuur. 

“Zelf speel ik regelmatig bij allerlei festivals, dus ik heb vergelijkingsmateriaal. En ja, het ene festival heeft natuurlijk een sterker thema dan het andere. Maar onze artistiek directeur David Rabinovich (violist Apollo Ensemble, MC) ziet echt kans om de programma’s inhoudelijk stevig met elkaar te verbinden. Een beetje net alsof je een menu samenstelt: alles moet op elkaar afgestemd zijn. Het liefst zou hij zien dat mensen de concerten zelfs nog in een bepaalde volgorde bezoeken…! Daarbij is het ook zijn bedoeling om het publiek een beetje uit te dagen. Oké, bij de kick-off in Den Haag en Amsterdam speelden we de Vier Jaargetijden van Vivaldi; vertrouwde klanken voor een breed publiek. Maar verder zijn het echt niet allemaal hapklare blokken, hoor! En voor ieder concert hebben we een passende ruimte gezocht, waar mensen comfortabel kunnen zitten en die een geschikte akoestiek heeft – dat laatste is tevens de reden dat we geen openluchtfestival zijn.”
Opmerkelijk detail vormen wel de locaties van de zogeheten ‘kick-offs’ in mei: de Waalse Kerk in Amsterdam en de Paleiskerk in Den Haag. Een specifiek Flevolands evenement, en dan toch starten vanuit de Randstad?
Marion Boshuizen lacht. “Ja, dat doen we dit jaar ook voor het eerst! En dat was een bewuste keuze. Ten eerste stuiten we ieder jaar weer op reacties als: ‘Zo’n mooie programmering; wat jammer dat je voor die concerten alleen in Flevoland terecht kunt…” Maar ten tweede blijkt dat veel mensen in de Randstad zich niet realiseren dat in de rest van Nederland op cultureel gebied óók nog wel iets te beleven valt. Dus met deze kick-offs willen we nog meer belangstellenden trekken en de Randstedelijke pers bereiken. Laat ze maar zien dat ook hier in de polder iets heel moois gebeurt!”

Kamermuziekfestival ‘Travelling in Baroque’.
Flevoland, 7 t/m 9 augustus.