donderdag 5 maart 2015

Tweemaal het duo Lloyd Webber



DIVERSEN
‘A Tale of Two Cellos’
Julian & Jiaxin Lloyd Webber (cello) e.a.
 
Naxos – 8.573251 • DDD-63’
Uitvoering *** | Registratie *****


Zo kitscherig als de openingstrack ‘Ave Maria’ van Saint-Saëns klinkt, zo schappelijk is de bezetting van twee celli en piano voor ‘The Little Beggar Boy’ van Piazzolla.
Maar echt eerbiedwekkend mooi klinken beide strijkers pas in ‘Interrotte Speranze’ van Monteverdi dat, net als Pergolesi’s ‘Dolorosa’, tevens een glansrol bevat voor harpiste Catrin Finch.
Het echtpaar Lloyd Webber selecteerde 21 aansprekende muziekstukken, uit vroegbarok tot en met 20ste eeuws repertoire. Daarbij gingen ze allesbehalve elitair te werk; zo waagden ze zich zelfs aan een onsterfelijk populaire melodie als ‘Greensleeves’, met een subtiele harmoniek van Roger Quilter.
De meeste werken op deze cd waren oorspronkelijk vocale duetten − en laat het maar aan een cello over om welhaast menselijk te zingen! Zoals de ‘Hymn to the Dawn’ van Holst, waar ook cellisten Guy Johnston en Laura van de Heijden aanschuiven. Of de melodieën van Hahn, Rachmaninov en Barnby, die o zo innig, zeg maar zoetgevooisd bijeen worden gestreken.
Natuurlijk heeft het woord ‘arrangement’ nog altijd een wat vervelende bijsmaak. Niet geheel ten onrechte, zo besef je weer bij deze cd. Soms bijvoorbeeld is het flonkerend harpspel, hoe technisch gedegen ook, domweg teveel van het goede. Feit blijft echter dat er met overgave wordt gemusiceerd, met hoorbaar spelplezier voor alle betrokkenen.





VIVALDI
Concertos for Two Cellos
Julian & Jiaxin Lloyd Webber (cello) &
EU Chamber Orchestra o.l.v. Hans-Peter Hofmann
Naxos 8.53374
DDD-63’
Uitvoering ****| Registratie *****


Een cd met een zwart randje. Naar menselijke berekening is dit namelijk de laatste geluidsdrager waarop Julian Lloyd Webber als cellist te horen is. Een nekhernia dwong hem dit voorjaar om zijn strijkstok aan de wilgen te hangen, en dat geeft achteraf de meer weemoedige muziekfragmenten toch een extra dimensie.
Ten tijde van de opnamen echter was iedereen hoorbaar nog optimistisch gestemd. Alleen al de energieke orkestpartij van het Concerto in G RV532 valt fris met de deur in huis; lekker stuwend, met opmerkelijk vlotte tempi. Oké, het is éventjes wennen aan de donkerblonde klank van de celli, waar je normaliter twee tinkelende mandolines verwacht. Hoewel het Andante daarna wel weer de verlangde tederheid krijgt. Een ander noemenswaardig detail: de Adagio-solofragmenten van het Concerto RV 409 in e, warm en innig van toon.
Beide celli kleuren prachtig bij elkaar en het echtpaar Lloyd Webber is optimaal op elkaar ingespeeld. Ook het EU Chamber Orchestra klinkt intiem en uitgebalanceerd, in een malse maar niet overdadige akoestiek. Een aangename verrassing tot slot is de Milonga uit Piazzolla’s Concert voor bandoneon en gitaar (en hier natuurlijk voor twee celli). Vivaldi en Piazzolla – het past wonderwel.
Op het Concerto in g RV531 na heeft Julian Lloyd Webber alle Vivaldi-concerten zelf gearrangeerd, een vak dat hij ongetwijfeld zal blijven uitoefenen. Maar het blijft een trieste gedachte dat hij en zijn levens- en cellopartner Jiaxin zich nooit meer schouder aan schouder in allerlei kleurrijke cello-avonturen zullen storten.

Margaretha Coornstra


(i.o.v. Luister, 2014)

Einaudi eert grote meesters bij Sinfonietta Amsterdam



  Ludovico Einaudi & Sinfonietta Amsterdam
De Spiegel Zwolle, 16/1 2015
4 sterren

door Margaretha Coornstra


Zelden zo’n gemêleerd gezelschap gezien. De uitverkochte zaal herbergt alle leeftijdsgroepen tussen de tien en de negentig, in diverse kledingstijlen. In ‘Breder dan klassiek’ (het jaarlijkse muzikale uitstapje van Sinfonietta Amsterdam, waarbij eerder Ellen ten Damme en Karin Bloemen te gast waren) staat dit jaar de wereldberoemde Italiaanse componist/pianist Ludovico Einaudi centraal. Des te opmerkelijker dat het programma opent én sluit met het altijd weer ontzagwekkende Fratres van Arvo Pärt. Met als toegift Una Mattina uit Einaudi’s soundtrack voor ‘Intouchables’, dat wel. Maar in aanmerking genomen dat de programma-onderdelen niet op volgorde worden genoemd én deze hele voorstelling ontegenzeglijk om Einaudi draait, riekt het lichtelijk naar pronken met andermans veren.

De maestro combineert eigen werk met dat van enkele grote meesters aan wie hij schatplichtig is. Fijnzinnig is het arrangement van het Largo uit Bach’s BWV 1056, aanvankelijk ‘uitgekleed’ tot op het harmonisch geraamte en nochtans onmiskenbaar Bach. Einaudi manifesteert zich hier als klasse-pianist: zijn delicate aanslag is werkelijk beeldschoon. Verrukkelijk is het guitige Vivaldi-citaatje – met de klank van een zilveren klokje − aan het slot van Piazzolla’s Primavera. Ster in dit nummer is overigens violiste Candida Thompson met haar springerige en spicy solo; haar strijkstok danst raspend over de snaren en je waant je op een zonovergoten terrasje in Buenos Aires.

Mag je Einaudi’s muziek easy listening noemen? In elk geval doen sommige titels qua harmoniek en beweging zó eenvoudig aan, dat je jezelf opnieuw moet inprenten hoe zich juist in de beperking doorgaans de meester toont.
Gelukkig creëerde James Murray rondom dit alles een sprankelende lichtshow, want het oog wil ook wat. Maar niet alleen het oog. Ook het been krijgt allengs behoefte aan verandering. Het wil zich strekken. Ruim zeven kwartier in dezelfde houding luisteren naar non-stop subtiele, meditatieve, lieflijk voortmurmelende muziek blijkt nog best een opgave. In concertante setting is de term ‘easy listening’ dus niet altijd van toepassing.


© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 19-01-2015