donderdag 23 juni 2011

La Bohème paart humor aan drama

‘La Bohème’ (Puccini). Nationale Reisopera, Kinderkoor BARST
& Het Gelders Orkest o.l.v. Patrick Davin.
Regie: Stephen Langridge. De Spiegel, Zwolle, 16 juni.

door Margaretha Coornstra

Er lijkt geen ontkomen aan de ‘eigentijdse aankleding’ van monumentale opera’s. Maar gelukkig: waar die (als verkapte bezuinigingsmaatregel) ook wel eens geforceerd aandoet, komen decor en kostuums van Conor Murphy verrassend naturel over. Natuurlijk is daar Puccini’s verismo (oftewel realisme) dat een wat rauwere vormgeving rechtvaardigt. En het helpt ook dat Mimi niet als een gepiercete emo in skinny jeans over het podium rondspankert, maar tijdloos gekleed gaat in een lange rok met grijzig floddervest.

Toch blijft de eerste acte speltechnisch onwennig en vocaal wat vlak, totdat Mimi ten tonele verschijnt. In de roemruchte ‘kouwe-handjes-aria’ klinkt Rodolfo (Rafael Dávila) soms wat schreeuwerig, maar tegelijk past dat wel bij het versierstadium waarin hij zich bevindt.
Ook het inventieve lichtwerk van Paul Keogan houdt het publiek bij de les. De tweede acte – waar het Parijse café is getransformeerd in een warenhuis, met veel wit, glitter en een heuse kerstman – biedt een spetterend schouwspel. Alleen al dankzij het expressieve optreden, mét gewaagde tafeldans, van Stephanie Corley als de lichtzinnige maar o zo goedhartige Musetta.

Humor en drama gaan steeds moeiteloos hand in hand. Dat zie je bij Hee-Saup Yoon als Colline, tijdens een intiem rustmoment waarin hij half scherzando, half weemoedig afscheid neemt van zijn oude jas. Of aan de manier waarop de stervende Mimi met Rodolfo lachend terugblikt op hun eerste ontmoeting.
De Australische sopraan Anita Watson, met haar zachtglanzende topnoten, is dan ook een droom van een Mimi. Niet alleen zingt ze door alle tuberculeuze hoestbuien heen de sterren van de hemel, ook zet ze een geloofwaardig personage neer: niet heilig, evenmin frivool, maar gewoon een liefhebbend en soms wat giechelig meisje, dat er het beste van probeert te maken.

(i.o.v. de Stentor)