zondag 19 februari 2012

Confronterende spiegel in The Reclining Woman

Club Opera:
De Helling & Nieuw Amsterdams Peil met
‘The Reclining Woman’ (Astrid Kruisselbrink)
Odeon Zwolle, woensdag 1 februari


door Margaretha Coornstra

Het was de Britse beeldhouwer Henry Moore die componiste Astrid Kruisselbrink als inspirator diende. Concreter gezegd: ze werd geïnspireerd door Moore’s  ‘Reclining Woman’, de Liggende Vrouw. Plaats van handeling in deze korte opera werd dan ook een halfduister atelier. Hier voltrekt zich een lome dans van reusachtige sculpturen , beurtelings naar voren geschoven door de zwijgende kunstenaar (PéPé Grégoire).
Daartussen bewegen zich drie zangeressen als personificaties van verschillende levensfasen. Regisseur Roberto Oliván voorzag hen van een eveneens lome doch fantasierijke choreografie, die geen halsbrekende toeren vergt maar wel oncomfortabele opdrachten. Bijvoorbeeld opgekruld, als half uitgehakte figuur, in een blok ‘steen’ hangen en dan een complexe legato melodie zingen.

Het libretto blijkt een sublieme bloemlezing van Federico García Lorca, e.e. cummings, Hester Knibbe, Paul Verlaine, Antjie Krog en Dylan Thomas, gerangschikt tot een geabstraheerde verhaallijn die je zou kunnen samenvatten als ‘vrouwenlijf en- leven’. Daarbinnen wordt wonderschoon geacteerd en gezongen. Sopranen Bauwien van der Meer en  Marijje van Stralen leveren kristalzuiver millimeterwerk in de terugkerende parallellen. Ook mezzosopraan Gerrie de Vries is groots met haar beheerste motorische expressie en prachtige balans tussen midden- en borststem.

Ensemble Nieuw Amsterdams Peil weet in Kruisselbrinks illustere instrumentatie van viool, klarinet, hoorn en piano de sfeer van elk gedicht nog boven zichzelf uit te tillen. Zelfs in Krogs rauwe observatie van het stervend vrouwenlichaam (“’s Ochtends ruikt haar plas naar nat cement”) overheersen eerbied en mededogen.
Voeg daarbij de belichting van Jurjen Alkema – het schaduwspel, het surrealistische strijklicht, de rembrandtiek beschenen tableaux vivants – en de opera wordt tot een volkomen synthese van klank en vormgeving, die elke sterveling een even confronterende als respectvolle spiegel voorhoudt.

© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 3 februari 2012