woensdag 13 juni 2012

‘Met muziek maak je overal vrienden’




door Margaretha Coornstra

NIEUWLEUSEN - Tjako van Schie is juist teruggekeerd uit Portugal, waar hij viermaal per jaar concerten en gastlessen geeft. Het is maar één aspect van zijn nauwe samenwerking met de Amsterdamse saxofonist Henk van Twillert. Laatstgenoemde woont inmiddels in de havenstad Porto, als docent saxofoon aan de ‘Escola Superior de Música’.
De kunstbroeders ontmoetten elkaar in 1987 tijdens een ‘Saxofoonweek’ in het Hilversums conservatorium. Sindsdien vormen ze een hecht duo, dat onvermoeibaar op zoek blijft naar nieuwe projecten. Hun beider open mind voor muziekstijlen verbindt hen evenzeer als hun karakters elkaar aanvullen.
“Henk is echt een gevoelsmens en weet dat op een ontzettend mooie manier over te brengen via de saxofoon,” vindt Van Schie. “Zelf ben ik iets rationeler ingesteld. Nu is mijn rol ook meer dienend en ondersteunend. Niet dat ik niks in te brengen heb, maar als begeleider behoor je wel de stabiele factor te zijn. Als iemand echt helemaal los gaat op dat podium, moet de pianist een kader blijven bieden en soms een beetje bijsturen.”

Hun repertoire behelst alle denkbare stijlen: klassiek, jazz, wereldmuziek, eigen composities... “Dat is het ook leuke met saxofoon: dat je constant cross-overs maakt. Wanneer je bijvoorbeeld een Rachmaninov-lied op saxofoon speelt, moet je dat sowieso al anders aanpakken dan wanneer je zingt.”
In Portugal zijn ze actieve pleitbezorgers voor de saxofoon. “Want hoewel Porto een miljoen inwoners heeft, was er veertien jaar geleden nog vrijwel niets te doen op saxofoongebied,” vertelt Van Schie. “Henk ontdekte al gauw dat hij in de hele stad zelfs geen saxofoon kon kopen..!” Maar wie Portugal zegt, zegt fado. Liggen fado-weemoed en saxofoon-melancholie dan niet juist in elkaars verlengde? Van Schie: “Jazeker! Zo heb ik ooit de ‘Fado Azul’ gecomponeerd voor een saxofoonstudent van Henk. Die jongen heeft het stuk tijdens zijn eindexamen gespeeld.” Lachend: “Later kwam zijn oma ons vertellen dat ze nog nooit zo’n práchtige Portugese fado had gehoord..!”

Henk van Twillert en Tjako van Schie vieren hun jubileum met de driedubbel-cd ‘A Bag of Music’: een bonte bloemlezing uit hun ransel vol muziek, waarmee ze de afgelopen 25 jaar diverse continenten afreisden. “De eerste cd, ‘Vocalise’, hadden we in 2008 al gemaakt. Omdat we toen niet helemaal tevreden waren, is die eerst blijven liggen. Maar vorig jaar beluisterden we de opnamen opnieuw en beseften we: dit is helemaal goed, niks meer aan doen!”Vanwege een overvloed aan lievelingsrepertoire kwamen er nog wel twee cd’s bij: Petite Fleur en Wonderful World. “De volgorde ontstond spontaan, we hebben het lukraak opgenomen zoals de bladmuziek lag opgestapeld. De opnamen duurden maar kort; over elke cd  hebben we zo’n vijf à zes uur gedaan. Qua montage is er ook weinig geknipt en geplakt, dus het is bijna live wat je hoort.”
Is er een onderliggend thema? “Nou... ja, dan denk ik toch aan de titel van de derde cd: Wonderful World. De cd's gaan in wezen over  vriendschap; de vriendschap tussen Henk en mij, maar ook die met ons publiek. Want met muziek maak je overal ter wereld vrienden, je deelt emoties... Muziek verenigt.”

‘Bag of Music goes caribbean!’

Tjako van Schie (1961) studeerde aan het conservatorium te Zwolle. Hij is pianist, componist en arrangeur. Naast zijn internationale loopbaan als uitvoerend musicus werkt hij als correpetitor aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium en als vaste gastdocent aan het conservatorium in Porto, Portugal. Ter gelegenheid van zijn 25-jarige samenwerking met de vermaarde en kleurrijke saxofonist Henk van Twillert verscheen in het najaar van 2011 hun driedubbel-cd ‘A Bag of Music’.
Op zondag 29 april geeft het duo een ‘Koninginnedagavondconcert’ in Het Klavier te Vorden, waarbij ze met name uit deze  ‘Bag of Music’ putten: klassiek, jazz, fado, tango en Caribische muziek. 
Op 23 mei starten hun ‘Tour d’Azul’ door de Antillen. Samen met fadozangeres Ines Soares en percussionist Lonte Conradus geven ze recitals en schoolconcerten op Curacao, Aruba, Sint Maarten en Bonaire.


© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 27-04-2012

Geloofwaardige Nero als eigentijdse tiran

CLUB OPERA
MUZIEKTHEATER
WILco met ‘De Dood van Poppaea’ (2006) van Huba de Graaff
Odeon Zwolle, 25 mei 2012
*****


door Margaretha Coornstra
Bij binnenkomst in de zaal zie je ze al in het halfduister op de witte hoekbank liggen: keizer Nero en zijn hoogzwangere vrouw.
‘De Dood van Poppaea’ bouwt voort op Monteverdi’s opera ‘L’incoronazione di Poppea’ (1642), die eindigt bij de kroning van Nero’s maîtresse. Dit eigentijdse multimedia-drama bevat weliswaar summiere verwijzingen naar Monteverdi (zoals het duet ‘Purti miro’), maar portretteert een eigentijdse Nero als megalomane, populistische tiran.

Vervuld van eigen vermeend zangtalent neemt hij deel aan het Romeins songfestival, en wint uiteraard. Wanneer hij na afloop voldaan met een fles champagne de huiskamer binnen wankelt en in walstempo zijn eigen prestatie roemt (ondersteund door blaasorkest De Volharding) is Poppaea zo onvoorzichtig om giechelend zijn kunde in twijfel te trekken. Bovendien weigert ze medewerking aan de officiële prijsuitreiking, waarbij zij haar man moet tooien met de lauwerkrans, om terloops haar zwangere buik (als extra trofee) aan de massa te tonen. "Ik blijf met hem buiten het blikveld van een geil en wreed publiek!"Deze narcistische krenkingen komen haar en het ongeboren kind duur te staan.
De voorstelling paart rauw realisme aan indringende esthetiek, en dat maakt haar per saldo eigenlijk ongeschikt voor kijkers onder de zestien. Beschrijft librettist Erik-Ward Geerlings de sadistische fantasieën van Nero en de brute moord op zijn vorige vrouw Octavia soms plastisch en gedetailleerd, muziek en vormgeving verdiepen de tekst enerzijds, maar houden die anderzijds draaglijk.
Weelderige melodieën en overwegend harmonisch idioom (hier surround weergegeven als opnamen uit 2006 van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en De Volharding) lopen qua timing en spanningsboog volmaakt synchroon met het even wonderschone als ingenieuze video-decor van Bart Visser.
Terwijl Nero (met diepgang en verve neergezet door Jan Elbertse) zijn gezicht als volksheld tracht te redden, speculeren de Romeinse media (‘het koor’) er lustig op los, via op de geluidboxen geprojecteerde monden. Voeg daarbij de elastische sopraan van een beurtelings lyrisch jubelende en staccato stamelende Poppaea (Caroline Cartens) en het totaalbeeld is van A tot Z geloofwaardig – op het verontrustende af.
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 29-05-2012