dinsdag 21 oktober 2014

Het vijfde boek van Marais

 
Marias: ‘Pièces de Viole’, Book V (Suites 1 t/m 7) 
Rainer Zipperling & Ghislaine Wauters (viola da gamba), Pieter-Jan Belder (harpsichord).
Brilliant Classics 94646 • DDD- 56’/ 61’/ 63’ / 53’ (4 cd’s)
Uitvoering **** | Registratie ***
**


Schoenmakerszoon Marin Marais verbleef zijn hele leven (1656-1728) in Parijs, waarvan 46 jaar in dienst van het Franse hof. Ondanks de verfilming van zijn leven (‘Tous les matins du monde’ met Gérard Depardieu, 1991) is Marais vandaag de dag niet echt in brede kring bekend. Toch was hij in zijn tijd een internationale beroemdheid, ook als instrumentalist. Volgens kenners speelde hij viola da gamba ‘als een engel’. Voor dit instrument componeerde hij dan ook vijf boeken vol, waarvan het vijfde deze vier cd’s beslaat.

“Hier word je rustig van,” meende een mevrouw die bij mij op bezoek was. En ja, vaak hebben de gestaag voortschrijdende viola da gamba-klanken iets kalmerends, bijna iets meditatiefs. Soms worden ze zelfs melancholisch, zoals in de Sarabande uit Suite no. 1 in a of – natuurlijk − de trage elegie over zijn eigen zoon: ‘Le tombeau pour Marais le Cadet’ (Suite nr. 5 in g). Al schuwt hij evenmin de snelle beweging, getuige de enerverend gespeelde ‘Variation sur une basse contrainte’ uit Suite no. 4 in D. Typerend voor Marais zijn verder de karakterstukken, die titels dragen als ‘La Babillarde’ (de babbelkous) of ‘Les Forgerons’ (de smeden).
Verrassend extraatje: bariton Wout Oostercamp (in melodieus en fraai gemaniëreerd Frans) als récitant in Suite no. 7.



© Margaretha Coornstra, i.o.v. Luister,  juli 2014




‘Schubertiade’ op de Schouwenburg



KLASSIEKE MUZIEK Recensie
Geelvinck Pianoforte Festival: Willem Brons & Wakana Shimizu (piano).
Huis Schouwenburg, ’t Harde, 17/10/2014 *****


Gustav Klimt: Schubert aan de piano, 1945

door Margaretha Coornstra


“Het motto van dit concert is 1828,” luiden de openingswoorden van Willem Brons. En elke muziekliefhebber weet: 1828 was het laatste levensjaar van Franz Schubert die, zich bewust van zijn dodelijke ziekte, nog snel een aantal aangrijpende werken schreef. Drie hiervan klinken op deze avond in de Muziekzaal van Huis Schouwenburg. Het instrument is een kleine Müller-vleugel uit 1911, geplaatst voor de marmeren schouw van de Muziekzaal die eigenlijk meer een kamer is.

Die vleugel zelf zorgt al voor een grondtoon van Sehnsucht. Geen spoor van metalige bijgeluiden, maar een pure, directe klank, vergezeld van het zacht knarsen der pedalen. De akoestiek is intiem, en dan vooral in de zin van nabijheid. Voeg daarbij het vastberaden en glasheldere spel van Willem Brons en zijn studente Wakana Shimizu, en er volgt een muziekbeleving waar je niet omheen kunt, zintuiglijk noch psychisch. 

Natuurlijk speelt Schubert zelf een hoofdrol. Met zijn gelaagde composities, vol wonderlijke harmonische wendingen; vol vragen ook die hij met muzikale middelen opwerpt, maar die aan het existentiële raken. De vierhandige Fantasie in f D940, intens en met een soms vlijmende weemoed voorgedragen. Shimizu’s fraai geprononceerde en doelgerichte articulatie in de Sonate in c D958. En maestro Brons zelf met zijn doorleefde, zangerige interpretatie van de Sonate in A D959, zo rijkgeschakeerd qua kleur, dynamiek en pedaalgebruik. 

Maar wat dit huisconcert vooral bijzonder maakt, is de totaalervaring. De historische vleugel en de warme sfeer in het buitenhuis. Het hoge niveau van musiceren, met de integere betrokkenheid bij Schubert. De balans tussen humor en diepgang in Brons’ korte inleidingen. En tot slot de ontstane saamhorigheid onder de aanwezigen tijdens deze ‘Schubertiade’. Het resultaat is oneindig meer dan de som der delen, en uiterst vatbaar voor herhaling.

© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 20-10-2014

zondag 19 oktober 2014

Humor en diepgang bij 'Sweeney Todd'



MUZIEKTHEATER Recensie ‘Sweeney Todd’ (Stephen Sondheim, 1979)
Nederlandse Reisopera & Het Gelders Orkest o.l.v. Jeroen Sleyfer
De Spiegel Zwolle, 7-10-2014; 5 sterren


Publicatiefoto Sweeney Todd, door Marco Borggreve
i.o.v. Nederlandse Reisopera


door Margaretha Coornstra


Een vermetele keus van de Nederlandse Reisopera. Want de duistere operette Sweeney Todd behandelt een heikel thema, dat snel kan verzanden in hilarische giechelhorror. Gelukkig blijkt de casting uit diverse disciplines (cabaret, musical, opera) een gouden greep. Het Gelders Orkest, dat zijn alert en soepel penseel doopt in Sondheims flonkerend klankenpalet. Het koor dat, rijk en statig van klank, de handeling becommentarieert als in een Griekse tragedie. De stijlvolle vertaling in de boventiteling. De behendig gezongen ensembles. En het verhaal dat steeds op spanning blijft, door minieme coupures en gedreven acteerwerk.

In de titelrol toont Dale Duesing ons ‘The Demon Barber of Fleet Street’ als een gevoelige en in wezen fatsoenlijke man, die volledig vastloopt in de rouw om zijn verloren gezin. Zijn nobele, sonore bariton (die in de loop van de avond steeds meer loskomt) contrasteert met het krassen en kraaien van zijn tegenspeelster: Sanne Wallis de Vries kan haar vocale en motorische expressiedrang glorieus botvieren op de maffe, ontwapenende, maar volstrekt gewetenloze Mrs. Lovett.

Voor de pauze overheerst humor, na de pauze horror. Het sobere decor onthult een groteske, huizenhoge vleesmolen. Traag draaiende raderen en sissende stoomwolken suggereren hoe de slachtoffers worden vermalen tot pasteivulling. Onwillekeurig zit je te snuffelen: ruiken we nou écht…? En waren tot dusver al te plastische tonelen achterwege gebleven, de morele aftakeling van Todd escaleert alsnog tot een spetterend bloedbad. Maar een droef en plechtig slotkoor overstijgt het spektakel en onderstreept de visie van regisseur Marcel Sijm: dat de seriemoordenaar, deze ‘duivelse kapper’, uiteindelijk zelf medeslachtoffer is.

En zodra je het theater verlaat, waait je buiten in donker werkelijk de geur van gebraden vlees tegemoet. Afkomstig uit de oude gevangenis, die nu dienstdoet als restaurant.



© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 9-10-2014

*****Symfonieorkest op topniveau met‘Pastorale’



KLASSIEKE MUZIEK Recensie *****Symfonieorkest o.l.v. Jan Willem de Vriend | M.m.v. Simone Lamsma (viool) | De Spiegel Zwolle, 18/9, Stadsschouwburg Deventer, 20/9 5 sterren.
 
 Casper David Friedrich / Morgen, 1821

door Margaretha Coornstra


Eén voordeel van het juridisch geharrewar over de naam van het *****Symfonieorkest is de extra media-aandacht. Misschien dat mede daardoor deze opening van het seizoen flink wat belangstelling heeft getrokken. Al zal eveneens het aansprekende, romantische programma een hoofdrol hebben gespeeld. 
Zoals de Hebriden-ouverture van Mendelssohn, waarin dreigend aanrollende golven het rotsige landschap omspoelen, en waarin zowel Mendelssohn zelf alsook het orkest trefzeker het penseel hanteren. Of het Vioolconcert van Bruch, waarin Simone Lamsma met haar platinablonde lange haren alweer zo’n noordelijk plaatje maakt. En daar blijft natuurlijk het niet bij, want ook Simone’s toon klinkt als buigzaam platina, ononderbroken glanzend tot in het fragielste legato. Ze combineert haar onberispelijke techniek met beheerste emotie. Intussen blijven zij en het orkest elkaar alert aanvullen, in een soepel en evenwichtig samenspel. Een toegift van La Lamsma is dan ook onontkoombaar.

Toch hebben we hiermee het hoogtepunt nog niet achter de rug. Want na de pauze wacht ons de Zesde Symfonie van Beethoven alias de Pastorale, in de meest aandachtige en enerverende vertolking die de componist zich had kunnen wensen. En dan hebben we het niet alleen over de fraai ingelijste roep van de koekoek of het puntig unisono van viool en fagot, nee. Je voelt continue verwondering bij dit weidse landschap van klankkleuren, waarin elke noot zijn unieke plek heeft gevonden. Geraffineerd articulerend, met verrassende dynamische wendingen, weten Jan Willem de Vriend en zijn collega’s Beethovens devote natuurbeleving − die bij hem nóg intenser was dan de romantische tijdgeest al voorschreef − op topniveau over te brengen. Waarmee de tijdelijke naam met de vijf sterren eigenlijk wel toepasselijk wordt.

© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 20-09-2014

Kort na verschijning van deze recensie werd bekendgemaakt dat het voormalig Orkest van het Oosten zich in het vervolg 'HET Symfonieorkest' zal noemen.