door Margaretha Coornstra
Foto bij artikel: Freddy Schinkel |
KAMPEN – Een Japans musicus, die een eredoctoraat krijgt van
de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in
Kampen. Ja, zelf was hij ook heel verbaasd, zegt Masaaki Suzuki: “Ik wist niet
eens dat er zoiets als een eredoctoraat bestond. En dan nog had ik nooit kunnen
bedenken dat ik doctor in de theologie zou worden.”
Het is inderdaad een speciale gebeurtenis, bevestigt zijn
erepromotor, prof. dr. Kees de Ruijter. “Sowieso is dit het eerste eredoctoraat
dat onze universiteit toekent.”
Aanleiding vormt de integrale opname van de Bachcantates
(1995-2013) bij het Zweedse label BIS. In zijn thuisstad Kobe richtte organist,
klavecinist en dirigent Suzuki daartoe het inmiddels beroemde Bach Collegium
Japan op. Het resultaat oogst wereldwijd bewondering.
En ja, zo redeneert hoogleraar De Ruijter: in aanmerking
genomen dat het woord ‘theo-logie’ immers ‘kennis over God’ betekent, heeft
Masaaki Suzuki een bijzondere bijdrage geleverd. “In de geniale
ambachtelijkheid van Bachs muziek vraagt u zo tot op vandaag de aandacht voor
Gods eer, in de onvervalste traditie van Luther,” zo spreekt hij Suzuki toe in
zijn ‘laudatio’ oftewel de lofrede.
Nu genoot Masaaki Suzuki zelf in Japan een christelijke
opvoeding. Nog altijd is hij lid van de Reformed Church aldaar, waar hij in
1995 ook het Geneefse psalter invoerde. Het vrije ritme van de psalmmelodieën
past eigenlijk ook beter bij de Japanse taal, legt hij uit: “De psalmen hebben
niet de strakke ritmiek van bijvoorbeeld lutherse koralen. Die zijn toegesneden
op de Germaanse talen, die meer accenten kennen. Maar het Japans heeft, een
beetje net als het Chinees, niet zozeer accenten als wel verschillen in
toonhoogte. Daarom zijn de psalmen zó in het Japans vertaald, dat de teksten
qua betekenis mooi met de melodiek samenvallen.”
Suzuki voelt zich in het geloof zeer verbonden met Bach. Al
wil hij niet beweren dat je christen moet zijn om Bachs muziek goed te
interpreteren, stelt hij nadrukkelijk. “Maar enkele dingen meen ik iets beter
te begrijpen door mijn geloof. Een voorbeeld? Nou, het begin van de Johannes
Passion, ‘Herr, unser Herrscher’. Dat moet je niet alleen maar luid zingen,
maar ook vanuit overtuiging, met een bepaalde devotie… Zelf meen ik soms te
horen of die er wel of niet is, maar dat is mijn subjectieve beleving.”
Glimlachend: “Bovendien is het niet aan mij om dat te beoordelen, maar aan het
publiek. En uiteindelijk aan God.”
© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 28-01-215