De Orde van Weefsters, het klinkt als een begrip uit
vervlogen eeuwen. Toch stamt het genootschap uit 1947 en bestaat uit
eigentijdse vrouwen uit alle maatschappelijke lagen. Kampen herbergt al vanaf
1969 een eigen afdeling. En sinds 13 oktober beschikt ook Zwolle over een
‘loge’. Drie enthousiaste Weefsters vertellen over hun ervaring binnen deze
vrouwelijke variant van de Vrijmetselarij.
Het Levensrad, logo van de Orde van Weefsters |
door Margaretha Coornstra
Zo statig en streng als het monumentale logegebouw aan de
Bloemendalstraat oogt, zo ongedwongen en hartelijk is de ontvangst door drie
Zwolse Weefsters: modieus geklede, opgewekt babbelende vrouwen, die prompt aan
het beredderen slaan met waterkoker, kopjes en theezakjes. Al doende
verontschuldigen Els Schut-Teekman, Margreet Wassink-Beerekamp en Saskia Berris
zich voor hun lacherige, bijna uitgelaten stemming: “Sorry hoor, we zitten nog
helemaal in de sfeer van de consecratie…!”
Die term verwijst naar de even plechtige als feestelijke
inwijding van hun gloednieuwe Zwolse loge (afdeling, werkplaats), die de naam
Ad Fontes meekreeg: ‘Terug naar de bronnen’. Want dat is het doel van de Orde:
een ervaringsreis naar binnen, om door groeiend zelfinzicht een bewuster en
completer mens te worden.
Wanneer de fotograaf oppert dat het drietal wellicht in ‘de
tempel’ kan poseren (de ruimte waarin de rituele bijeenkomsten plaatsvinden),
wimpelen ze dat vriendelijk doch resoluut af. “Níet omdat we geheimen zouden
hebben!” benadrukt Els. “Integendeel, we laten de tempel graag zien. Maar dan
liever als we er zelf bij zijn, om te kunnen toelichten waar dingen zoal voor
dienen. Anders heb je kans dat mensen zich bij zo’n krantenfoto van alles in
hun hoofd halen.”
'Leven is weven'Op de website definieert de Orde zich als ‘inwijdingsgenootschap’; toch een mysterieus aandoend woord, religieus bijna… “Maar wij zijn géén godsdienstig genootschap,” stelt Margreet beslist. “Bij de Weefsters komen vrouwen van alle levensbeschouwingen. Het maakt niet uit of je christen, boeddhist, moslim of agnost bent. We gaan samen op zoek naar ons diepere, authentieke zelf, aan de hand van universele ‘ritualen’ (19e eeuwse term voor ritueel, ceremonie - MC), die zijn ontleend aan de symboliek van het weven.”
De Latijnse naam van de Orde luidt dan ook Vita Feminea
Textura, wat betekent: ‘Een vrouwenleven is als een weefwerk.’ Om die metafoor
nog te concreter te maken, schildert Els het beeld van een drukke winkelstraat:
“Nu eens loop je tussen mensen door, dan weer achter mensen langs, en zo
verweef je als het ware jouw eigen levensdraad met die van anderen…!”
Hoewel alles binnen de loge bespreekbaar is, geldt als
huisregel dat je voorzichtig omgaat met heikele zaken als godsdienst en politiek. “Al worden die onderwerpen nu
ook weer niet angstvallig gemeden,” zegt Margreet. “We mogen elkaar gerust
bevragen over persoonlijke drijfveren. Alleen, we gaan níet in discussie! Het
blijven gedachtewisselingen, zonder te oordelen.” Saskia: “Maar ik heb gemerkt
dat verschillende visies ook prima naast elkaar kunnen bestaan.” Geen serviceclub
Bij de argeloze vraag naar hun beroepen stokt het gesprek
een ogenblik. De drie kijken elkaar weifelend aan en besluiten na kort beraad
dat hun beroep niet in de krant hoeft. “We zijn geen serviceclub. Binnen de
Orde vinden we beroep en opleiding niet zo relevant. Het gaat erom wie je
bént,” legt Els uit. Margreet: “Van de meesten in onze loge zou ik niet eens
weten welke opleiding ze hebben gedaan. Wat ik wel weet is dat alle
opleidingsniveaus vertegenwoordigd zijn, van alleen lagere school tot en met universiteit.”
Margreet en Els zijn allebei al 21 jaar lid, maar de jongere
Saskia onderging haar inwijding nog geen jaar geleden, binnen loge Aletheia in
Kampen. “De maatschappij beoordeelt je bijna altijd op status”,
constateert ze spijtig. “Als mensen een praatje aanknopen, vragen ze
automatisch ‘wat doe je?’ maar nooit ‘wie ben je?’ En dat is nou juist wat mij
interesseert. ‘Wie ben jij? Wat beweegt jou? Wat kan ik daarvan leren?’ Dus ik
ging op zoek naar meer verdieping.”Saskia’s echtgenoot, zelf ook Vrijmetselaar, wees haar op het bestaan van een ‘vrouwengroep’. “Dat woord maakte me eerst wel terughoudend, ” lacht ze achteraf, “want ik dacht daarbij meteen aan theekransjes…” Maar toetreding tot de Orde bleek juist een logische stap op haar weg naar verdieping. “Ik ervaar het als warm bad: de ontmoeting met gelijkgezinde mensen, die jou niet-oordelend bekijken en voor wie maatschappelijke status en opleiding helemaal geen thema zijn.”
Bijstandsmoeder
In principe kan dus ook een bijstandsmoeder toetreden…?
Alle drie veren ze op, met verwonderd opengesperde ogen. “Ja, natúúrlijk!” klinkt het bijna verontwaardigd. Maar eh, hoe zit het dan met de contributie? Els: “Nou ja, we vragen in principe wel een bepaald bedrag, want we zijn ook gewoon een vereniging. Maar dat is niet zo hoog, hoor.” Margreet: “Wij staan open voor elke vrouw die zingeving en verdieping zoekt. Een inkomen mag daarbij nooit een beletsel zijn. Als iemand die contributie echt niet opbrengt, zoeken we een oplossing.”
Alle drie veren ze op, met verwonderd opengesperde ogen. “Ja, natúúrlijk!” klinkt het bijna verontwaardigd. Maar eh, hoe zit het dan met de contributie? Els: “Nou ja, we vragen in principe wel een bepaald bedrag, want we zijn ook gewoon een vereniging. Maar dat is niet zo hoog, hoor.” Margreet: “Wij staan open voor elke vrouw die zingeving en verdieping zoekt. Een inkomen mag daarbij nooit een beletsel zijn. Als iemand die contributie echt niet opbrengt, zoeken we een oplossing.”
Daarmee is een bekend vooroordeel weerlegd, namelijk dat
Vrijmetselaren en Weefsters een wat elitair clubje zouden vormen: hoogopgeleid,
goed in de slappe was en veelal rechts georiënteerd, nou ja, met misschien een
enkele salonsocialist…?
Els kijkt bevreemd, maar Saskia knikt: ze herkent die beeldvorming wel. “Nou, wij zijn beslist niet elitair,” zegt Margreet. “Er is ook geen ballotage, wel een kennismakingstraject. Tijdens gesprekken met een aspirant-lid proberen we erachter te komen of wij kunnen bieden wat zij verwacht.”
Els vult aan: “Zo is het wel nodig dat je open staat voor het numineuze, het onbenoembare, voor het mysterie dat ons leven nu eenmaal is... En dat je daarbij ontvankelijk bent voor symboliek.” Het mooie aan symbolen, betuigt ze, is dat ze multi-interpretabel zijn; voor iedereen betekenen ze iets anders. “En als Weefsters kom je bijeen om die betekenissen naast elkaar te leggen en te onderzoeken wie jij ten diepste bent.”
Veilig
Margreet: “Ken u zelve, is ons motto. Ken zowel je sterke als je zwakke en donkere kanten, word een volledig mens! De ritualen bieden daarbij handvatten. Een voorbeeld: als je merkt dat je door bepaalde dingen snel geprikkeld raakt, kun je proberen om je impulsen in goede banen te leiden. In symbolentaal doen we dat met de wol. Voordat je een mooie draad kunt spinnen, moet je die wol ‘kaarden’: wat is bruikbaar, wat niet? En soms moet je een pluk wol nog even wegleggen, om dat pas later weer te gebruiken.”
Hier past een kleine kanttekening: “Wij zijn geen
therapiegroep. Wanneer je met veel zware en onverwerkte problematiek worstelt,
raden we je af om in zo’n periode lid te worden. Want het aanboren van diepere
lagen in jezelf kan best confronterend zijn.” Onderling vertrouwen en
vertrouwelijkheid zijn daarom van cruciaal belang. “Alles we in de loge
bespreken, blíjft binnen de loge, dat is een vaste regel. Bij het delen van
individuele ervaringen en inzichten stel je je immers kwetsbaar op. En dan is
het voorwaarde om je veilig te voelen.”Els kijkt bevreemd, maar Saskia knikt: ze herkent die beeldvorming wel. “Nou, wij zijn beslist niet elitair,” zegt Margreet. “Er is ook geen ballotage, wel een kennismakingstraject. Tijdens gesprekken met een aspirant-lid proberen we erachter te komen of wij kunnen bieden wat zij verwacht.”
Els vult aan: “Zo is het wel nodig dat je open staat voor het numineuze, het onbenoembare, voor het mysterie dat ons leven nu eenmaal is... En dat je daarbij ontvankelijk bent voor symboliek.” Het mooie aan symbolen, betuigt ze, is dat ze multi-interpretabel zijn; voor iedereen betekenen ze iets anders. “En als Weefsters kom je bijeen om die betekenissen naast elkaar te leggen en te onderzoeken wie jij ten diepste bent.”
Veilig
Margreet: “Ken u zelve, is ons motto. Ken zowel je sterke als je zwakke en donkere kanten, word een volledig mens! De ritualen bieden daarbij handvatten. Een voorbeeld: als je merkt dat je door bepaalde dingen snel geprikkeld raakt, kun je proberen om je impulsen in goede banen te leiden. In symbolentaal doen we dat met de wol. Voordat je een mooie draad kunt spinnen, moet je die wol ‘kaarden’: wat is bruikbaar, wat niet? En soms moet je een pluk wol nog even wegleggen, om dat pas later weer te gebruiken.”
De Orde der Vrijmetselaren, een mannengenootschap, bestaat
in de huidige vorm sinds de 18de eeuw, al gaat de oorsprong terug op de
middeleeuwse kathedralenbouw. De ritualen zijn gebaseerd op het bouwambacht,
wat je terugziet in de opeenvolgende graden leerling, gezel en meester. In 1947
werd de Orde van Weefsters gesticht. Initiatiefneemsters waren echtgenotes van
Vrijmetselaren. Zij verlangden naar een soortgelijk genootschap, om binnen de
combinatie van vrijheid en beslotenheid samen te werken aan zelfkennis en
zingeving. Analoog aan de Vrijmetselarij hanteren Weefsters de graden van
spinster, weefster en ontwerpster.
Toch kent Nederland sinds 1904 ook een gemengde
Vrijmetselarij, ‘Le Droit Humain’, die eveneens met de bouwsymboliek werkt.
Waarom kozen de Weefsters niet voor een gemengde loge?
“Ten eerste omdat de symboliek van het weven ons meer
aansprak,” aldus Margreet. “Maar daarbij komt dat in een groep van louter
vrouwen een andere sfeer hangt. Als vrouwen onder elkaar praat je over veel
dingen toch persoonlijker, openhartiger.”
Ervaren ze het beeld van dat weefwerk niet als
rolbevestigend? Mannen timmeren en metselen, maar vrouwen spinnen en weven…
“Hoezo?” reageert Els verbaasd. “Onlangs was ik in het Openlucht Museum en
besefte toen opnieuw dat vroeger echt niet alleen de vrouwen weefden. In
Marokko zie je nog steeds mannen achter het weefgetouw.” Saskia: “Maar al was
weven wel iets typisch vrouwelijks, waarom zou dat dan eigenlijk niet mogen? We
zíjn toch ook anders dan mannen?”
Logo van de Zwolse loge Ad Fontes |
Open avond ‘Ad Fontes’
Vier jaar geleden rees binnen de Kamper Weefstersloge Aletheia (Oudgrieks voor 'Waarheid') het idee om in Zwolle een aparte loge op
te richten. Aletheia is namelijk een dagloge, wat inhoudt dat de leden overdag
bijeenkomen. Vooral bij werkende vrouwen bestond er toenemende behoefte aan een
avondloge. De voorkeur voor Zwolle berustte op geografische ligging, want een
aantal Kamper leden is afkomstig uit Zwolle en omstreken.
Rond Margreet Wassink-Beerekamp en Els Schut-Teekman vormde
zich een werkgroep die de oprichting van de nieuwe loge voorbereidde. Op 13
oktober vond de officiële 'consecratie' plaats. Op 5 november organiseert de
nieuwe loge Ad Fontes een informatieavond, voor belangstellende vrouwen én
mannen. De ontvangst is vanaf 19.30 uur in het logegebouw aan de
Bloemendalstraat 11 te Zwolle; aanvang 20.00 uur.
Meer info: Margreet, tel: 0572-393787 of mwasbeer @ hotmail.com
Els: tel: 0529-436699 of elsteekman @ xs4all.nl
Naschrift: op 15 april 2013 houdt Ad Fontes weer een open avond, aanvang 20.00 uur
Meer info: Margreet, tel: 0572-393787 of mwasbeer @ hotmail.com
Els: tel: 0529-436699 of elsteekman @ xs4all.nl
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 26-10-2012