zondag 13 april 2014

Passie op de Noord-Veluwe



Popdiensten kenden ze al. De Protestantse Gemeente ’t Harde schuwt geen eigentijdse middelen om het Evangelie uit te dragen. Toch: een eigen versie van The Passion in een Noord-Veluws dorp, dat vergt veel organisatietalent en lef − maar bovenal vertrouwen.



door Margaretha Coornstra

Het kruis, daar gaat het allemaal om. Dat grote, zware kruis, dat zijn stille hoofdrol speelt in een kilometerslange mars: vanaf de begraafplaats, door bos en weilanden, tot aan de Maranathakerk in het dorp. Dat witte, verlichte kruis, dat zo’n 150 kilo weegt. De dragers zullen elkaar bijtijds moeten afwisselen, constateren de organisatoren nog eens.

Met z’n drieën zitten ze om de tafel: Marlou Lokhorst-Ketelaar, die samen Bert-Jan Kamstra de organisatie en coördinatie van dit project op zich nam. En Jan Elbers, die de rol van Jezus speelt. Samen turen ze naar de smartphone met een fotootje van ‘hun’ kruis van zo’n zes bij drie meter, dat speciaal voor deze gelegenheid is vervaardigd door een vrijwilliger uit het bouwvak. Het kruis stemt tot nadenken; tot een soort meditatie zelfs, over het lijden van Christus.
“En toch: wat wij straks doen, valt helemaal in het niet bij wat Híj heeft gedragen,” zegt Kamstra eerbiedig. “Die gedachte komt nu heel erg binnen; als ik daarbij stilsta, lopen de rillingen over m’n rug. Dat Hij dat voor ons overhad…”
Jan Elbers: “Laatst was ik een paar dagen in Rome en liep ’s zondags over de Via Sacra bij het Forum Romanum. Ik keek naar de grond, met al die grove keien in het wegdek. Als je toch bedenkt dat ze daar in de oudheid op sandalen hebben gelopen…! En dan is die plek bij het Forum Romanum nog licht glooiend, maar de weg naar Golgotha ging steil omhoog. Onvoorstelbaar.”

Popmuziek
Het Passion-initiatief komt voort uit de incidentele popdiensten binnen deze PKN-gemeente; samenkomsten waarin toepasselijke popsongs de schriftlezing en preek omlijsten. In het najaar 2013 opperden gemeenteleden Philippina Bultman (zangeres bij een gospelkoor) en Marco Baars (gitarist bij de popdienstband), de vermetele gedachte van een eigen ‘Passion’: gezamenlijk een groot kruis door de straten dragen, met als afsluiting een popdienst in de Maranathakerk. Dat idee vond al gauw weerklank. Dus werd er een script gezocht − Passie op straat van Gerard van Midden − en met zorg een bloemlezing van popmuziek samengesteld. Nee, Marlou Lokhorst geeft geen titels prijs: “Maar er zitten liedjes tussen van de Poema’s, Christina Aguilera, Bløf, Marco Borsato… Heel aangrijpende nummers.”
Nu vergt zo’n processie, langs enkele kilometers openbare weg, wel enige aanpassingen in het verkeer. Maar Bert-Jan Kamstra ontdekte dat de gemeente Elburg alleen een meldingsplicht kent voor evenementen op maandag tot en met zaterdag. “De zondag stond nergens op de website genoemd. En aangezien de zondag toch wat gevoelig ligt in Elburg, heb ik de gemeente opgebeld. De meneer die daarover ging, kende ik helemaal niet, dus het was even wederzijds aftasten. Maar al gauw kreeg het gesprek een heel natuurlijke en prettige wending.”


Begraafplaats
Eén detail vergde nadere uitleg: dat men deze ‘kruisweg’ wilde lopen vanaf de Algemene Begraafplaats. Waarom zo’n massaal evenement uitgerekend starten bij de laatste rustplaats van zovelen…? Kamstra: “Toen heb ik gezegd: ‘Kijk, die begraafplaats is ook voor onze geloofsgemeenschap een belangrijke plek. Daar hebben we samen verdriet gedeeld bij begrafenissen. Daar liggen mensen van wie we houden. Daarom vinden we het passend om juist vanaf daar het kruis te dragen, nadat we eerst onze doden hebben herdacht met een drietal liederen.’ Tenslotte zei die man: ‘Gewoon doen!’ Geweldig toch? Echt, alle lof voor de gemeente Elburg…!”

Elbers: “Sowieso vind ik het heel bijzonder dat dit in zo’n goeie sfeer georganiseerd kan worden. Dat het allemaal werkbaar blijft, met zoveel onervaren mensen.” Nee, hij ervaart het niet als beklemmend om de rol van Christus te spelen. “In het begin heb ik wel getwijfeld. Maar nadat ik het script had gelezen, heb ik toch ja gezegd. Al blijft het bijzonder: ik ben maar een doorsnee burger, een amateurtje…! Ik loop al dagenlang na te denken over mijn teksten: hoe ga ik het straks doen?”
Marlou Lokhorst giechelt nerveus: “Als ik nu aan de filmopnamen denk, voel ik toch wel een baksteen op mijn schouders…” Kamstra: “Jij bent nou eenmaal een perfectioniste en je voelt je verantwoordelijk. Maar we moeten proberen om het perfectionisme tijdens de opnamen los te laten en gewoon vertrouwen te hebben.” Elbers: “Echt zenuwachtig ben ik niet. Ik hoop alleen dat ik kan waarmaken wat men verwacht. Niet voor mezelf, maar omdat we andere mensen graag willen raken met wat wij doen. Dat we allemaal mogen beseffen wat Hij heeft doorgemaakt.”



The Passion, zondag 13 april, 17.00 uur.
Start: Algemene Begraafplaats, Bovenweg 41, ’t Harde.
Zie ook https://sites.google.com/site/passiontharde/

Gemeenteleden repeteren het Laatste Avondmaal in een schuur

'The making of
The Passion'


Een koude zaterdagvond. Plaats van handeling is het buitengebied tussen ’t Harde en Doorspijk; om preciezer te zijn, een erf temidden van de weilanden. De eigenlijke set bevindt zich tussen een paar grote schuren, met een immense kobaltblauwe tractor en een gele mobiele kraan als vervreemdende elementen.

Wie een blik in de grootste schuur werpt, ontwaart een provisorische witgedekte tafel met daarop een paar kaarsen en een schaal stokbrood. Rondom die tafel zit een groepje mannen; de middelste van hen geheel in het wit gekleed. “Ze gaan mij straks gevangen nemen,” zegt hij rustig, “en één van jullie zal mij verraden.” Korte stilte. Een jongeman in een felrode hoodie staat plotseling op en beent driftig naar buiten. Daar laat hij zich tegen de schuurdeur op de grond zakken, het hoofd in de handen.

De scène laat niets te raden over voor wie vertrouwd is met het Lijdensverhaal. Ook de ‘Romeinse’ politieauto die met een blauwe zwaailamp de hoek om komt scheuren, is meteen te duiden: nu komt de arrestatie in de Hof van Gethsemane.

De sfeer is ontspannen; soms een beetje lacherig, maar met een ernstige ondertoon. Spelers die even niets te doen hebben, houden zich afzijdig en wisselen gedempt van gedachten. Een grote, breedgeschouderde verschijning in een rode overall blijkt Bar-Abbas te zijn; een man in een zwart motorjack met het Audi-logo stelt zich voor als Pilatus.
“Tjonge, we gaan er als een speer doorheen!” zo verwondert iemand zich. “We hadden voor elke scène een uur uitgetrokken, maar we liggen nu al een halfuur vóór...”

Cameraman Rob Frowijn houdt de handen als pollepels rond zijn oren: “Ik hoor allemaal mensen praten! Even stilte graag!” Hij is ook degene die de opnamen gaat monteren tot een filmverhaal van pakweg vijftig minuten. Die film wordt in drie scènes vertoond tijdens de plechtige 'Passiondienst' op 13 april, nadat de stoet met het kruis is gearriveerd bij de kerk.

En terwijl een drietal Romeinen in fluorescerende politiehesjes Jezus in de boeien slaat, verzamelt iemand verderop een aantal grote houtblokken in een kruiwagen. Daarmee wordt straks het vuurtje gestookt, waarbij ook Simon Petrus zich in de vroege ochtend komt warmen en praten - totdat de haan kraait.

Het Passiespel, een duizend jaar oude traditie

Het woord ‘passie’ komt voort uit het Oudgriekse werkwoord paschein (lijden) en het Latijnse zelfstandig naamwoord passio (het lijden). Oorspronkelijk is de term voor de lezing van het Lijdensverhaal tijdens de liturgie. Vanaf de tiende eeuw werd de Passie ook gezongen.
Het Passiespel is een theatrale uitbeelding van het lijden van Jezus Christus. De oorsprong van het passiespel ligt in het middeleeuwse ‘mysteriespel’, een vorm van aanschouwelijk godsdienstonderwijs uit de dertiende en veertiende eeuw. Daarbij werden Bijbelverhalen nagespeeld in de volkstaal.
Het Passiespel werd een geliefd evenement rondom Goede Vrijdag en Pasen, tot in de zestiende eeuw. Geleidelijk was er vanuit de kerk namelijk kritiek gekomen op de soms al de uitbundige sfeer rondom de opvoering, die de allure van volksvermaak had gekregen.
Toch werd anno 1634 in het Duitse Oberammergau opnieuw een Passiespel opgevoerd. Vervolgens werd de traditie ook in Oostenrijk, Frankrijk en België en Nederland in ere hersteld. Bekend zijn de Passiespelen in het Limburgse Tegelen, die eens per vijf jaar worden opgevoerd. De spelers in een Passiespel zijn doorgaans plaatselijke amateurs.
In de zeventiende en achttiende eeuw wijdden componisten als Buxtehude, J.S. Bach en Telemann, zich aan ‘Passionen’ in oratoriumvorm, met Bach’s Matthäus Passion als beroemdste voorbeeld. En uiteraard kon in de twintigste eeuw de filmindustrie niet achterblijven; denk aan de rockopera ‘Jesus Christ Superstar’ (Norman Jewison, 1973, met muziek van Andrew Lloyd Webber) of de Canadese film Jésus de Montréal (Denys Arcand, 1989). Recent voorbeeld: The Passion of the Christ (Mel Gibson, 2004) waarin de puristische regisseur zich uitsluitend van het Latijn en Aramees bediende en de geseling van Jezus afschrikwekkend realistisch in beeld bracht.
Sinds 2011 is Nederland een traditie rijker met ‘The Passion’, een Passiespel waarin gebruik wordt gemaakt van bestaande popmuziek. Dit eigentijdse spektakel wordt door sommigen afgedaan als ‘reli-kitsch’, maar door anderen juist hogelijk gewaardeerd als een breed toegankelijke en verbroederende straathappening.

© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 21 maart 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten