woensdag 13 juni 2012

Geloofwaardige Nero als eigentijdse tiran

CLUB OPERA
MUZIEKTHEATER
WILco met ‘De Dood van Poppaea’ (2006) van Huba de Graaff
Odeon Zwolle, 25 mei 2012
*****


door Margaretha Coornstra
Bij binnenkomst in de zaal zie je ze al in het halfduister op de witte hoekbank liggen: keizer Nero en zijn hoogzwangere vrouw.
‘De Dood van Poppaea’ bouwt voort op Monteverdi’s opera ‘L’incoronazione di Poppea’ (1642), die eindigt bij de kroning van Nero’s maîtresse. Dit eigentijdse multimedia-drama bevat weliswaar summiere verwijzingen naar Monteverdi (zoals het duet ‘Purti miro’), maar portretteert een eigentijdse Nero als megalomane, populistische tiran.

Vervuld van eigen vermeend zangtalent neemt hij deel aan het Romeins songfestival, en wint uiteraard. Wanneer hij na afloop voldaan met een fles champagne de huiskamer binnen wankelt en in walstempo zijn eigen prestatie roemt (ondersteund door blaasorkest De Volharding) is Poppaea zo onvoorzichtig om giechelend zijn kunde in twijfel te trekken. Bovendien weigert ze medewerking aan de officiële prijsuitreiking, waarbij zij haar man moet tooien met de lauwerkrans, om terloops haar zwangere buik (als extra trofee) aan de massa te tonen. "Ik blijf met hem buiten het blikveld van een geil en wreed publiek!"Deze narcistische krenkingen komen haar en het ongeboren kind duur te staan.
De voorstelling paart rauw realisme aan indringende esthetiek, en dat maakt haar per saldo eigenlijk ongeschikt voor kijkers onder de zestien. Beschrijft librettist Erik-Ward Geerlings de sadistische fantasieën van Nero en de brute moord op zijn vorige vrouw Octavia soms plastisch en gedetailleerd, muziek en vormgeving verdiepen de tekst enerzijds, maar houden die anderzijds draaglijk.
Weelderige melodieën en overwegend harmonisch idioom (hier surround weergegeven als opnamen uit 2006 van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en De Volharding) lopen qua timing en spanningsboog volmaakt synchroon met het even wonderschone als ingenieuze video-decor van Bart Visser.
Terwijl Nero (met diepgang en verve neergezet door Jan Elbertse) zijn gezicht als volksheld tracht te redden, speculeren de Romeinse media (‘het koor’) er lustig op los, via op de geluidboxen geprojecteerde monden. Voeg daarbij de elastische sopraan van een beurtelings lyrisch jubelende en staccato stamelende Poppaea (Caroline Cartens) en het totaalbeeld is van A tot Z geloofwaardig – op het verontrustende af.
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 29-05-2012



Geen opmerkingen:

Een reactie posten