‘Tot nut en genot der gemeenschap,’ zo omschreef kunstverzamelaar Helene
Kröller-Müller (1869-1939) de bestemming van haar nalatenschap. Driekwart eeuw
later handelt het gelijknamig museum nog steeds in haar geest. Tot en met picknicken
in de beeldentuin, op Zwoele Zomeravonden...
door Margaretha Coornstra
De heenreis is al bijzonder: tientallen kilometers voor aankomst rijd je door lommerrijke naaldbossen en weidse heidevelden. Maar na de slagboom van Nationaal Park de Hoge Veluwe krijgt de sfeer iets geladens. Hier voel je je hooguit gedoogd; hier betreedt je eerbiedig een landschap dat het territorium van de natuur zelf is. Van de herten, zwijnen, vossen en eekhoorns. Van de statige beuken langs de slingerweg. Van de vliegdennen op de zandverstuivingen en van het wit en purperen vingerhoedskruid dat vrijelijk uit de bermen omhoogschiet.
Totdat je het brede gastvrije pad bereikt, langs het gazon
met Wenckebach’s ‘Meneer Jacques’ en de gigantische, rood geschilderde staalconstructie
van Di Suvero. Van het Kröller-Müller Museum (in 1938 gebouwd volgens ontwerp van
architect Henry van de Velde) oogt zelfs de 75-jarige vleugel nog altijd
modern. En al doet de blinde muur van grauw geworden baksteen nogal streng, ja zelfs
grimmig aan, de lichtval op het omringende groen is bijna sereen.
Dit jaar beleeft het Kröller-Müller zijn achtste Zwoele Zomer, een kleinschalig
festival waarbinnen podium- en beeldende kunsten innig verstrengeld raken.
Voorstellingen voltrekken zich namelijk niet alleen tussen, maar ook ín de
kunstwerken. Bijvoorbeeld in het halfopen Paviljoen van Gerrit Rietveld, waar
Spinvis optreedt. Of in het kleine granieten amfitheatertje (2007) van
beeldhouwster Marta Pan, met zijn merkwaardige akoestiek.
“We besteden heel veel aandacht aan het geluid,” vertelt Herman Tibosch, hoofd Educatie van het museum. “Onze geluidstechnicus werkt met kleine installaties; hij mikt niet op decibel, maar op sfeer en kwaliteit. In het Rietveld-paviljoen kun je echt niet met enorme versterkers komen aanzetten. En het resultaat is heel bijzonder, het heeft iets semi-akoestisch.”
Naast gevestigde namen als Toon Tellegen en Wende zijn er aanstormende talenten te gast van wie nog maar weinigen hebben gehoord. “De Zwoele Zomer is de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijk podium voor jonge makers,” stelt Herman Tibosch tevreden vast.
Zo’n Zwoele Zomeravond is ook de gedroomde gelegenheid voor een picknick. Jazeker: klepmand mee, deken uitspreiden en gezellig smikkelen. Al is er catering aanwezig, niemand zal je hier op de schouder tikken met het verzoek geen zelf meegebrachte etenswaren te nuttigen. Tibosch: “Picknicken in de beeldentuin van het Kröller-Müller – tja, dat kun je niet uitleggen, dat moet je ervaren. Het een manier om kunstwerken te ‘ontmoeten’ zoals je normaliter niet meemaakt.”
De laatste avond van 2012 trok zo’n 3200 bezoekers. Meer hoeft ook niet. “We
zijn een klein festival gebleven, en dat willen we graag zo houden. Ten eerste omdat
we geen tienduizenden mensen in de tuin kunnen ontvangen, ten tweede omdat we
midden in een natuurgebied zitten.” Dat laatste is meteen het antwoord op de veelgestelde
vraag: waarom duren Zwoele Zomeravonden maar tot 20.30 uur? Omdat het natuurpark
sluit bij zonsondergang. Daarna is de Hoge Veluwe weer het terrein van haar
eigenlijke bewoners: de herten, de vossen, de vogels. En die willen rust.
'K-piece' (1972 van Mark Di Suvero |
“We besteden heel veel aandacht aan het geluid,” vertelt Herman Tibosch, hoofd Educatie van het museum. “Onze geluidstechnicus werkt met kleine installaties; hij mikt niet op decibel, maar op sfeer en kwaliteit. In het Rietveld-paviljoen kun je echt niet met enorme versterkers komen aanzetten. En het resultaat is heel bijzonder, het heeft iets semi-akoestisch.”
Naast gevestigde namen als Toon Tellegen en Wende zijn er aanstormende talenten te gast van wie nog maar weinigen hebben gehoord. “De Zwoele Zomer is de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijk podium voor jonge makers,” stelt Herman Tibosch tevreden vast.
Zo’n Zwoele Zomeravond is ook de gedroomde gelegenheid voor een picknick. Jazeker: klepmand mee, deken uitspreiden en gezellig smikkelen. Al is er catering aanwezig, niemand zal je hier op de schouder tikken met het verzoek geen zelf meegebrachte etenswaren te nuttigen. Tibosch: “Picknicken in de beeldentuin van het Kröller-Müller – tja, dat kun je niet uitleggen, dat moet je ervaren. Het een manier om kunstwerken te ‘ontmoeten’ zoals je normaliter niet meemaakt.”
In de 'Jardin d'Email' (1974) van Jean Dubuffet |
Zwoele Zomeravonden, 13 & 27 juli, 15.00 -20.30 uur. Kindermiddag:
10 augustus, 11.00-16.30 uur. Zie http://www.kmm.nl/summer-night
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 11-07-2013
(met dank aan Ludmilla Coornstra, die met haar iPod de foto's maakte)
(met dank aan Ludmilla Coornstra, die met haar iPod de foto's maakte)