'Denk nooit dat je niets waard bent'
door Margaretha Coornstra
Haar handdruk is krachtig, haar oogopslag vrolijk en opmerkzaam.
Jane Lasonder (47) blijkt een ontspannen, informele gastvrouw. Ingelijste
kindertekeningen aan de wand, grote mokken thee en een schaal koekjes op tafel.
Levendige conversatie, met expressieve gebaren. Felle betogen en relativerende
humor wisselen elkaar snel af.
“Veel mensen vragen me: ‘Was het nou een manier van
verwerken, zo’n boek schrijven…?’ Dat is beslist niet zo! Jaren geleden zei
iemand mij al dat mijn levensverhaal moest opschrijven, maar ik was er toen
niet klaar voor. Nu wel.” Haar echte drijfveer is glashelder: “Om de mensen
bereiken die nu nog steeds in zo’n misbruiksituatie zitten. Met dit boek wil ik
ze vertellen: het ligt nÃet aan jou! Denk nooit dat jij toch niks waard bent! ”
De publicatie heeft al vruchten afgeworpen: “Er zijn mensen
die zelfmoord wilden plegen, dit verhaal lazen en van hun plannen afzagen. Ik
krijg heel veel mooie reacties, ook van mannen. Het is geen vrouwenboek.”
Trapkast
Toch was het vastleggen van Janes levensloop opnieuw een krachttoer. Samen met ghostwriter/pastor Henk Stoorvogel heeft ze zware uren doorgeworsteld om het relaas tot in de schokkende details op orde te krijgen. Haar lugubere kindertijd, getekend door de wrede hoofdrol van haar stiefvader: zijn eeuwige mantra dat ze lelijk is en nergens voor deugt, de eenzame opsluiting in de donkere trapkast, mishandeling, verkrachting en naderhand ritueel misbruik. Janes alcoholverslaving als elfjarige. Later de hoopgevende verloving met Eddie, die echter vlak voor hun huwelijk verongelukt. De roerige jaren in Israël, waar ze na Eddie’s dood op de bonnefooi heentrekt. En waar ze – na een onfortuinlijke relatie, een gedwongen abortus en de wiegendood van haar eerste zoontje – zichzelf verliest in buitensporig alcoholmisbruik en promiscue gedrag. Een slopend ritme: overdag als nanny voor andermans kinderen zorgen, ’s avonds ongeremd zuipen, ’s nachts door de stad dolen en tijdens een korte roes krachten opdoen voor de volgende werkdag. Hoe elastisch kan een mens zijn?
Jane, lachend: “Dat was ook de eerste reactie van Berry, mijn psychotherapeut: ‘Wat moet jÃj sterk zijn…!’”
Toch was het vastleggen van Janes levensloop opnieuw een krachttoer. Samen met ghostwriter/pastor Henk Stoorvogel heeft ze zware uren doorgeworsteld om het relaas tot in de schokkende details op orde te krijgen. Haar lugubere kindertijd, getekend door de wrede hoofdrol van haar stiefvader: zijn eeuwige mantra dat ze lelijk is en nergens voor deugt, de eenzame opsluiting in de donkere trapkast, mishandeling, verkrachting en naderhand ritueel misbruik. Janes alcoholverslaving als elfjarige. Later de hoopgevende verloving met Eddie, die echter vlak voor hun huwelijk verongelukt. De roerige jaren in Israël, waar ze na Eddie’s dood op de bonnefooi heentrekt. En waar ze – na een onfortuinlijke relatie, een gedwongen abortus en de wiegendood van haar eerste zoontje – zichzelf verliest in buitensporig alcoholmisbruik en promiscue gedrag. Een slopend ritme: overdag als nanny voor andermans kinderen zorgen, ’s avonds ongeremd zuipen, ’s nachts door de stad dolen en tijdens een korte roes krachten opdoen voor de volgende werkdag. Hoe elastisch kan een mens zijn?
Jane, lachend: “Dat was ook de eerste reactie van Berry, mijn psychotherapeut: ‘Wat moet jÃj sterk zijn…!’”
Haar vorige therapeute had haar doorverwezen. “Ze zei: ‘Jij
moet naar het Traumacentrum in Assen, naar Ellert Nijenhuis. Jouw casus is te
zwaar voor mij.’ Dat was heel eerlijk.” Psycholoog dr. Nijenhuis,
internationaal coryfee op het gebied van DIS (Dissociatieve
IdentiteitsStoornis, voorheen: meervoudige persoonlijkheid. MC), constateert bij
Jane echter geen DIS, maar een complexe posttraumatische stress-stoornis. Hij
verwijst haar naar collega Berry.
Jane: 'Berry is boeddhist, met heel veel begrip en respect voor mijn christelijk geloof. Ach, een goede vriendin van mij is moslima. Ook die mensen brengt God op jouw pad. Het is niet mijn opdracht om iedereen christen te maken.”
Jane: 'Berry is boeddhist, met heel veel begrip en respect voor mijn christelijk geloof. Ach, een goede vriendin van mij is moslima. Ook die mensen brengt God op jouw pad. Het is niet mijn opdracht om iedereen christen te maken.”
Gezin
Haar huidige man Rob ontmoet ze eveneens in Israël, in 1991.
Het klikt meteen, met een wederzijdse herkenning waarvoor de term ‘liefde op
het eerste gezicht’ te cliché is: “Ik geloof echt dat God deze man op mijn pad
heeft gezet.” Rob is opgegroeid in een liefdevol, buitenkerkelijk gezin. Na lang
zoeken heeft hij in het christelijk geloof uiteindelijk een antwoord gevonden.
Binnen een jaar trouwen ze. Met Rob verhuist Jane naar Nederland. Ze krijgen
twee kinderen.
Het duurt een aantal jaren voordat ze een woonplaats en een
kerkgenootschap vinden waar ze zich happy voelen. Tenslotte belanden ze in
Zwolle, waar ze ‘kerken’ bij Vrije Evangelisatie Zwolle (VEZ). Daar ontmoeten
ze ook voorganger Henk Stoorvogel, tevens auteur. Jane weet het meteen zeker:
hij is degene met wie ze haar levensverhaal wil vastleggen. Toch reageert
Stoorvogel eerst afhoudend. “Henk is een lieve, wijze man. Hij was bang dat ik
het niet aankon, dat ik herbelevingen zou krijgen. Daarom wilde hij eerst een
gesprek met mijn man en kinderen erbij. Pas toen was hij overtuigd.”
Jazeker, op termijn komt er een Engelse vertaling. “Maar pas
wanneer ik eraan toe ben. Sinds het boek verschenen is, word ik uitgenodigd om
overal te spreken en krijg ik dagelijks e-mails. En die wil ik in een
persoonlijke sfeer beantwoorden. Bovendien heb ik nog een gezin. Dus ik kan
voorlopig niet naar Engeland en Amerika reizen. Dan wordt het te massaal, dan
zou ik de vragen van kwetsbare mensen moeten afdoen met standaardantwoorden. En
dat vind ik goedkoop.”
Rosse buurt
Rosse buurt
Onlangs vergezelde ze Frits Rouvoet, van Bright Fame (een
stichting die vrouwen begeleidt die uit de prostitutie willen stappen), naar de
Amsterdamse rosse buurt. “Ik zag die prostituées en kon wel huilen: zóveel
meisjes van mijn dochters leeftijd. Ze reageerden eerst cynisch, wilden geen
christelijk gedoe. Wanhopig riep ik: “Luister héél even: ik ben niet beter dan
jullie! Ik heb ook met veel verschillende mannen geslapen…!” Tien minuten later
liepen de tranen ons allemaal over de wangen. Het meest venijnige meisje kwam
bij me op schoot zitten, omhelsde me en zei: ‘Jij bent een van ons.” Kijk, daar
gaat dit boek over: ik kan mensen niet helpen, ik ben geen therapeut. Ik heb
alleen een luisterend oor en mijn gebed. Maar ik kan wel zeggen: ik weet wat je
doormaakt. Zoek hulp!”
‘Het gebed is geen toverstokje’
ZWOLLE – Jane heeft inmiddels haar eigen gezin. Zij en haar
man Rob zijn gelovig. Maar dat betekent niet dat alles nu van een leien dakje
gaat: “Ik heb moeite met die leuke bekeringsverhalen, zo van: ‘alles was
ellende, maar toen kwam ik tot God en - halleluja! - metéén was alles goed en
mooi!’ Zo werkt het voor sommigen, maar niet voor mij. Het gebed is geen
toverstokje. Oké, er gebeuren wonderen. Er zijn mensen die jarenlang niet
konden lopen en tijdens een gebedsdienst plotseling opstaan uit hun rolstoel –
ik heb het met eigen ogen gezien. Maar iedereen heeft zijn eigen
genezingsproces. Mij heeft het tientallen jaren gekost. En daarbij moest ik wél
in therapie. En nog steeds heb ik vliegangst, nog steeds ben ik soms erg verdrietig
en krijg ik zin in een glas wijn. En nog steeds word ik driftig als in de
supermarkt iemand voorkruipt bij de kassa…!”
Ja, Jane heeft haar (stief-)vader vergeven, die haar vanaf
haar peutertijd op de meest groteske manieren misbruikte. Maar ook dat ging
geleidelijk en het moment suprême voltrok zich in alle soberheid. “Toen ik hem
op zijn sterfbed zag liggen, als een oud, verschrompeld mannetje, dacht ik:
‘Ben ik dáár zo bang voor geweest?’ Hij lag al weken in coma. En zodra ik
binnenkwam, ontwaakte hij en zei iets als ‘Jane…? Dag lieverd.’ Heel
vriendelijk. Toen huilde hij: ‘I’m scared!’ Bijna automatisch zei ik: “Pap, ik
vergeef je.” Het voelde zo onwerkelijk, dat ik dacht: dróóm ik dit nou…? Maar
toen ik de kamer uitliep, zag ik bij de deur een ontroerde verpleegster, die
alles had gezien. Het was heel emotioneel, ja. Maar ik ben niet het type dat in
de kerk naar voren loopt, de microfoon grijpt en jubelt: “Halleluja, ik heb
mijn vader vergeven!” Ik ervaar het als de afronding van een jarenlang proces,
waarbij ik opeens merkte: hé, ik ben niet boos meer.”
Vanuit het trauma op zoek naar God
(boekbespreking)
(boekbespreking)
Wie in de jaren negentig de ‘Eper incestaffaire’ heeft
gevolgd, zal in Janes boek parallellen zien met ‘Mijn verhaal’ door Yolanda van
B. Seksueel misbruik waarbij vernedering en fysieke verwonding centraal staan.
Gedwongen abortussen. Lugubere seksrituelen in groepsverband, waarbij zelfs de
lokale huisarts en politieagent zijn betrokken. En de afgedwongen
geheimhouding: “Als jij hier ooit iets over zegt, snij ik je in stukjes en stop
ik je in de vriezer.” Deze jarenlang voortslepende gezinstragedie in de
achterbuurt van het Engelse dorpje Stevenage moet zich omstreeks dezelfde tijd hebben
afgespeeld als Yolanda’s geschiedenis in Epe en Elburg.
Er zijn ook belangrijke verschillen. Waar Yolanda haar
verhaal deed als opgejaagde twintiger, blikt Jane pas terug als ze midden
veertig is. Ze heeft dan inmiddels een gezin gesticht met haar grote liefde Rob
Lasonder en een intensieve psychotherapie gevolgd. De allerscherpste kantjes
zijn van de trauma’s af.
Maar bovendien is daar het geloof, dat als een rode draad
door Janes leven loopt. Als kind al voelt ze zich aangetrokken tot het oude
kerkgebouw van Stevenage; de schoonheid van de anglicaanse liturgie en de
contacten binnen het koor vormen haar enige houvast. Als jonge vrouw in Israël
komt ze opnieuw in aanraking met de kerk. Ze laat zich dopen door een
charismatische predikant, die nochtans geen heilige blijkt: hij bezwijkt voor de verliefdheid van zijn
pastorante en gaat een seksuele relatie met haar aan.
En toch, door alle desillusies en geloofscrises heen, blijft
Janes behoefte aan zingeving een stabiele factor. Uiteindelijk zijn het opnieuw
christelijke hulpverleners die zich over haar ontfermen en zorgen dat ze haar
leven min of meer op de rails krijgt. Rationeel onverklaarbare gebeurtenissen
en inzichten (die menigeen onder de parapsychologie zal scharen) doen Jane
beseffen dat God wel degelijk naast haar staat en plannen met haar heeft.
De kracht van dit boek is dat Jane Lasonder en ghostwriter
Henk Stoorvogel niet vervallen in sensatiezucht of geëxalteerd gezwijmel. De
grondtoon blijft realistisch, feitelijk en genuanceerd. Evangeliserende
aanbevelingen achterin - door Jan van den Bosch (Hour of Power) en Jaap Kooij
(directeur EO) - zijn daarom, hoe sympathiek ook, in wezen overbodig.
Henk Stoorvogel & Jane Lasonder: ‘Jane’. Uitgeverij Kok,
ISBN 9789043521444
Zie ook www.janelasonder.nl
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 17-05-2013
Zie ook www.janelasonder.nl
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 17-05-2013