zondag 11 januari 2015

Hartverwarmende wintergeluiden



ZWOLLE, Odeon.
Stemmen aan de Blijmarkt:
Greetje Bijna (stem) & Klaas Hoek (harmonium) met “Winterlûd”. 23/1/05



door Margaretha Coornstra

Een oud, zwartgeverfd harmonium staat onwennig op het blanke parket. Het dateert uit circa 1880, licht organist Klaas Hoek toe, en heeft zich zo’n 125 jaar zonder enige renovatie beschikbaar gehouden voor het begeleiden van de menselijke stem.
En wie kan “de menselijke stem” heden ten dage universeler vertegenwoordigen dan Greetje Bijma? Afkomstig uit de jazz en werkzaam in hedendaags repertoire - in ruime zin overigens - mag ze zich ook vanuit klassiek oogpunt rekenen tot de fraaiste mezzosopranen die Nederland rijk is. Met een timbre dat je op soms Mahleriaanse wijze bij de strot grijpt. Zo doet de opening Little Girl je onwillekeurig reikhalzen naar haar onorthodoxe aanpak van liederen uit Des Knaben Wunderhorn.
Winterlûd heet het programma; Fries voor “Wintergeluiden”, maar ook te associëren met “Winterleed”. Klaas Hoek zelf schreef het titelnummer. Spaarzaam doch effectief ondersteunt hij met enkele melancholische akkoorden de zangpartij: tinkelende sneeuwkristalletjes en de ijle flageolettoontjes van de ijzig snijdende wind zoals die over de desolate witte weilanden van het oude Friesland scheert.
Niet altijd zoekt Bijma het in vocale extravagantie. Down by the Salley Gardens klinkt relatief traditioneel, zij het met een verrassende diepgang in de tekstexpressie. En horen we daar niet een vleugje Kathleen Ferrier terug in Blow the wind southerly?

Natuurlijk presenteert het curieuze harmonium zich ook even solo. “Schubert kende het harmonium niet,” zegt Hoek, “maar had hij het gekend, hij zou ervoor geschreven hebben.” Inderdaad, beaam je dan en je denkt aan iets uit de Winterreise, “Der Leiermann” of zo. Maar nee, het worden enkele Deutsche Tänze en eerlijk is eerlijk: dit is het Biedermeiergevoel ten top.
Hoe anders voelt het oude Franse Kerstlied “D’òu viens-tu, bergère?”, door Greetje Bijma voorzien van een rauwe, primitief-mythische interpretatie met een didgeridoo-achtige omlijsting. Ontdaan van alle esthetiek drijft het toch de tranen naar je ogen, doordat je plotseling beseft hoe dit dialoogje in al zijn groteske eenvoud een heilig verhaal vertelt.
Het oproepen van dit soort ervaringen is de kern van Bijma’s optredens. Bij alle virtuositeit en creatief eclecticisme blijft ze steeds haar authentieke zelf en baant zich rechtstreeks een weg naar je hart.

(CD-recensie)

Winterlûd 1, 2 en 2, zo heten drie klankencollages vol gierende windvlagen en tinkelende ijspegels. Een blik op de cover leert dat Greetje Bijma en Klaas Hoek deze wintergeluiden aan respectievelijk de eigen stem en een antiek harmonium ontlokken.
Door een nevel van Friese en Keltische mystiek onderscheidt je de contouren van traditioneel repertoire. Toch klinken ook het naturelle wiegeliedje Suze Nane Poppe en de elegie Troch beammen... gemythologiseerd, als in een roman van Theun de Vries. De akoestiek van het kerkje te IJhorst doet de rest.
Guur en onherbergzaam is het landschap dat Bijma en Hoek schilderen bij de carol In the Bleak Midwinter, sober omlijst door enkele harmoniumtonen. De eigenzinnig bewerkte noël D’òu viens-tu bergère? voert je terug naar de duistere middeleeuwen, met een spookachtige kraakstem als was de herder van eertijds tot leven gewekt.
Een hartverwarmende kerst-cd, die je tegelijk koude rillingen bezorgt.
 
Margaretha Coornstra


Beide recensies i.o.v. de Stentor, januari en juni 2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten