dinsdag 24 september 2013

Er is nog hoop voor het orgel




Ton Koopman: “Besef wel dat je voor ménsen speelt”

September 2013 is een bijzondere maand voor orgelstad Elburg. De binnen de stadswallen gegrondveste Stichting tot Behoud van het Nederlandse Orgel bestaat 40 jaar, het Nationaal Historisch Orgelmuseum 35 jaar. En naast de wekelijkse Orgeldagen en het Nationaal Orgelconcours vieren orgelminnaars ook de statige nieuwe behuizing van het Orgelmuseum. Ton Koopman is erbij.


Geplaatst in de Stentor, 21-09-2013

door Margaretha Coornstra

Het is een onheilsprofetie die al jaren rondzingt: de organist dreigt uit te sterven. In seculariserend Nederland kampt hij een slechte beeldvorming, namelijk dat van de grijze, eenzelvige kerkuil zonder artistieke fantasie. In 2010 lanceerde de Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici (KVOK) zelfs een ‘reddingsplan’ om het ‘stoffig imago’ op poetsen.

Toch: als één organist het duffe stereotype logenstraft, dan is het wel Ton Koopman, onze vermaarde ambassadeur voor oude muziek. Al viert de internationaal vermaarde barokspecialist volgend jaar zijn zeventigste verjaardag – vraag hem naar de toekomst van het orgel en hij barst geestdriftig los over de talloze mogelijkheden. En nee, hij ziet het allemaal niet zo somber in.
Maar de ontkerkelijking dan? “Och, ik ken genoeg mensen die totaal niet gelovig zijn en toch veelvuldig orgelconcerten bezoeken. Ze genieten van de muziek, maar ze vinden ook de typische ruimte van zo’n kerk inspirerend.” En het gebrek aan fantasie? “Ja, je hebt natuurlijk organisten die alleen op volume spelen, op hard en zacht. Maar ook andere die juist heel subtiel, creatief en geestig de mogelijkheden van het orgel benutten. Als je leest hoe men in de zestiende, zeventiende eeuw tegenover orgelspel stond – dat was een evenement, waar mensen van heinde en verre naartoe kwamen!”

Onzichtbaarheid
Eén pijnpuntje in ons digitale tijdperk is de onzichtbaarheid van de organist bij live optredens. Koopman: “Doordat hij vaak achter dat rugpositief verborgen zit, heeft hij zelf geen contact met zijn publiek en zien de mensen niet hoe hij aan het performen is. Als iemand viool- of pianospeelt zie je zijn gelaatsuitdrukking, zijn lichaamstaal – die zie je bij iedere musicus, behálve bij de organist! Tenzij de speeltafel ook beneden bij het publiek staat, en dan is de sfeer meteen al anders.” Tegenwoordig plaatst men wel een camera naast de organist, met beneden in de kerk een groot scherm waarop iedereen hem aan het werk ziet. Een zinvolle maatregel, meent Koopman: “Het kan een bijzondere ontdekking zijn dat een organist lange fragmenten alleen met zijn voeten speelt. En als hij dan óók nog een paar registranten bij zich heeft, die daar heen en weer springen om telkens bijtijds de juiste klank tevoorschijn te trekken – nou, dan levert dat een spectaculair schouwspel op!”

Klaas Bolt, herinnert hij zich, die had er slag van. De charismatische organist van onder meer van de Sint Bavo in Haarlem was niet alleen een groot improvisator, maar ook een communicatief talent. “Een humoristische man. Hij organiseerde bijvoorbeeld ‘orgeltours’ door Noord-Holland. Dan reed je op je fietsje van de ene kerk naar de andere. Bolt heeft heel veel gedaan voor de pr van het Nederlandse orgel.”

Orgelmuseum
Een opsteker voor orgelvrienden is de verhuizing van Nêerlands enig echte Nationaal Historisch Orgelmuseum in Elburg. Van een uitpuilend pandje in de Rozemarijnsteeg naar een van de meest imposante gebouwen binnen de vesting: het veertiende-eeuwse Arent Thoe Boecophuis. Oprichter Maarten Seijbel – oud-kerkorganist en gepassioneerd orgelkenner - kan in dit stadskasteel ruimschoots de bibliotheek, talloze antieke onderdelen en curiosa alsmede beeld- en geluidsdragers kwijt. Op elk van de drie verdiepingen komt bovendien een speelbaar orgel te staan. Recente aanwinst: een instrument in barokstijl, door orgelbouwer Reil gereconstrueerd op basis van pijpwerk uit 1650 en een oude kast.

Vanavond komt Koopman met twee collega’s de museumorgels bespelen, bij wijze van ‘housewarming party’. “Maarten vroeg me: “Kom jij het barokorgel straks inwijden?” Ik zei: “Ja, ik kom het inwijden en ik doe het voor niks.” Want ‘Nederland Orgelland’ verdíent een museum en ik vind dat het in de loop der jaren tot een waardevol document is uitgegroeid. Trouwens, ik ben zelf ook een verzamelaar: oude pedalen, registerknoppen en zo, dat vind ik leuk.”
Verder brainstormend: “Ik zou het Orgelmuseum ook willen adviseren om vooral veel wisselende thema-exposities te houden...! Denk bijvoorbeeld aan ex libris-ontwerpen! Ik herinner me dat mijn vroegere conservatoriumleraar Simon C. Jansen een prachtig ex libris had, met de afbeelding van een orgel. Nou ja, zo zijn er allerlei dingetjes te bedenken waarover je een expositie kunt maken…”


Performance

Dus nee, Ton Koopman is “helemaal niet zo negatief” over de toekomst van het orgel. “Alleen is er wel meer openheid nodig. Oké, als organist hoef je natuurlijk niets te doen wat buiten je gevoel ligt. Maar besef wel dat je voor ménsen speelt, maak er een performance van. Zet camera’s neer, laat zien wat je doet! Weet je, in Japan staan de meeste orgels in grote concertzalen en trekken enorm veel publiek. En in Duitsland heb ik meegemaakt hoe ze klassieke stomme films vertonen in een kerk, waarbij de organist dan improviseert. Echt, dat is soms adembenemend…!” 


Orgelevenementen Elburg, september 2013:
21/9: Nationaal Orgelconcours, Grote of St. Nicolaaskerk; t.g.v. 40-jarig bestaan van de Stichting tot Behoud van het Nederlandse Orgel.

21/9, 19.00 uur: Benefietconcert door Ton Koopman, Wim Diepenhorst, Erik Jan van der Hel  en Jan Geert Heuvelman m.m.v. ensemble Concerti Amici

24/9: Symposium: 'De toekomst van het orgel in een seculariserende wereld'. Nationaal Historisch Orgelmuseum, Van Kinsbergenstraat 5. 

© Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 21-09-2013 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten