vrijdag 16 maart 2012

‘Nabucco’: onversneden glamour met Oostbloksound

‘Nabucco’ (Giuseppe Verdi)
Staatsopera Tatarstan o.l.v. Mika Eichenholz.  Regie: Deni Krief
Zwolle,  4 maart 2012

door Margaretha Coornstra

Een volle bak, deze middag. Werd het publiek aangetrokken door de naam Verdi, met zijn overbekende melodieën? Of door de belofte van een vormgeving ‘zoals Verdi die bedoeld heeft’? Want ook dat is weleens rustgevend: geen filosofisch minimalisme met een moderne Ismaël in driedelig grijs, neen: onversneden glamour, stoelend op een romantisch beeld van het oude Babylon. Een feëriek middagje theater, waar je kinderen mee naartoe kunt nemen zonder dat ze van een koude kermis thuiskomen. En dus onbekommerd verkneukelen tijdens de ouverture, die heerlijk transparant, bedachtzaam en secuur wordt neergezet.
Die helderheid blijft karakteristiek voor het orkest; ook instrumentale solopartijen lichten steeds verrassend op. De samenwerking met het zangvolk daarboven verloopt iets moeizamer. Dat wil zeggen: de balans is voortreffelijk, maar de synchroniciteit laat soms te wensen over.
In de koorzang treft je meteen de typische ‘Oostbloksound’: penetrante, vérdragende stemmen uit opgeheven hoofden boven rechte schouders. Heldhaftig allure bij de mannen, innig vibrato bij de vrouwen, alles aaneengesmeed tot een solide, homogene klank die zindert op je trommelvlies.
Irina Gagite zet met haar elastische, rijkgekleurde mezzosopraan een diep-menselijke Abigaille neer, in al haar geldingsdrang, rancune en hartverscheurend berouw; als de ootmoedige en gebroken koningin steekt ze met haar sterfaria Purcell’s ‘Dido’naar de kroon.
Even doorvoeld en genuanceerd imponeert Yury Ivshin als vader Nabucco. Sopraan Zoya Tsererina (Fenena) excelleert dankzij haar stralende stabiliteit in alle registers.
Ook Igor Matyukhin (Zaccaria) is volledig op zijn hogepriesterlijke plaats. Met zijn nobele bas en dramatische retoriek overtuigt hij als geestelijk leider van de Hebreeuwse dwangarbeiders, wier ‘Slavenkoor’ trouwens een visueel hoogtepunt wordt: vage gestalten achter een rijkgedecoreerd, warm-klatergouden valhek, tegen de nachtblauwe hemel en overgoten met een etherische maneschijn... Schitterend.

© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 6 maart 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten