donderdag 19 januari 2012

De Mona Lisa van Heijmans

Een gesprek met kunstenaar Roel Heijmans (1957) vergt veel geduld -
van hemzelf, wel te verstaan. Want wat moet het zwaar vallen om, afgeremd door zijn spasticiteit, zo traag en moeizaam te praten, terwijl hij zichtbaar zoveel te zeggen heeft.



werk van Roel Heijmans


Algauw rijst dan ook de romantische geachte: vormt Heijmans' welsprekende kunst een manier om zich vollediger uit te drukken dan verbaal mogelijk is?
“Nee,” antwoordt hij beslist. Want hij is kunstenaar van nature en móet dus tekenen en schilderen, ongeacht zijn spraakvermogen.

“Krachtig, monumentaal werk,” prijst Elt de Boer, lid van de commissie Kunst in de Kerk en zelf keramist. Hij ontdekte Heijmans’ portfolio op de website van Galerie Leonardo da Vinci in Ermelo. ‘Leonardo’ bestaat sinds 1992 en integreert de faciliteiten van atelier en galerie, voor beeldende kunstenaars met een beperking.
Roel Heijmans behoort tot de kunstenaars van het eerste uur, vertelt Leonardo-directeur Jonaske de Ruiter: “Roel woonde en werkte in ’s Hertogenbosch, toen hij hoorde van ons initiatief. Hij was zo enthousiast, dat hij  jarenlang met de trein op en neer reisde naar Ermelo om bij ons te kunnen werken.” Een ongeval, enkele jaren geleden, maakte dat het reizen een stuk moeilijker voor hem werd. Maar zijn band met ‘Leonardo’ bleek zo sterk, dat hij naar Amersfoort verhuisde. De Ruiter, lachend: “Ermelo zelf was je te duf, hè Roel?”

Dit is het derde jaar dat de Maranathakerk in 't Harde als expositieruimte dient. De inzending is aangepast aan de ambiance, al is religie wel een rode draad in Roel Heijmans’ werk. Geboren in Weert en rooms-katholiek opgevoed, koestert hij nu met name de joodse wortels van het christendom: “Ik ben trouw aan de joods-christelijke traditie,” zegt hij meermalen met nadruk.
Aangrijpend is een tekening van de Klaagmuur. Links en rechts twee orthodoxe joden met hoeden en oorlokken. En tussen hen in een figuur op de rug gezien, beide armen smekend omhooggeheven naar de muur. Heijmans: “Dat ben ik.”

Naast religie is popmuziek een belangrijk thema, met Elvis Presley als Heijmans’ grote idool. “Elvis was een godsdienstig mens. Hij zong ook gospelmuziek. Helaas heeft geen enkele evangelische boekhandel zijn muziek in huis,” moet hem nog even van het hart.

Roel Heijmans werkt voornamelijk met vetkrijt, waarbij hij het papier op de vloer legt zodat hij grotere armbewegingen kan maken. Toch wordt ook het vasthouden van de krijtjes langzamerhand moeillijker Daarom is hij nu bezig om over te schakelen op acrylverf; een totaal andere techniek waarin hij, wilskrachtig als hij is, geleidelijk zijn weg hervindt.

Welke schilders hebben hem geïnspireerd? “Dat zijn er vier,” zegt Heijmans plechtig en begint op zijn vingers af te tellen: “Leonarde da Vinci, geboren in 1452. Michelangelo, geboren in 1475. Rembrandt van Rijn, geboren in 1606." Saillant hoe hij nauwkeurig de geboortedata noemt, maar de sterfdata verzwijgt, alsof ze voor hem nog altijd voortleven. “En de laatste, dat is een joodse kunstenaar..!” Hij wacht even en lacht veelbetekenend, weten dat het antwoord niet uit kan blijven: Marc Chagall natuurlijk. Met wie Heijmans qua kleur- en symboolgebruik trouwens ook enige verwantschap vertoont. Hoewel zijn expressionisme ook met Rouault en Beckmann, vanwege de ietwat donkere kleuren en sterke zwarte contouren.  
“Raad eens wie dit vroeger al maakte..?” wjst hij vervolgens naar een groot vierkant werk, waarop een vrouwenfiguur domineert die een bandje over haar voorhoofd draagt. Na enig nadenken komen we op Leonardo. “Ja,” zegt Heijmans, “en dit is de mooie Mona Lisa.” Triomfantelijk: “Maar ik heb er een Marokkaanse vrouw van gemaakt.”

©  Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, januari 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten