woensdag 12 oktober 2011

Synagoge eert priester-beeldhouwer Thomas Rodr

Op 6 juni overleed de Tsjechische priester-beeldhouwer Thomas Rodr. Vanaf 17 september is zijn werk te zien in het museum  te Kampen, de woonplaats van zijn hartsvriendin en ‘personal assistant’ Ank Swierstra.

door Margaretha Coornstra

Het was een bijzonder moment voor de Kamper verpleegkundige Ank Swierstra, toen ze in 1968 haar allereerste kunstaankoop deed: een abstracte lasconstructie van ene Thomas Rodr. De naam zei haar niets, zijn werk des te meer.
Vijf jaar later ontmoette ze Rodr zelf op
kasteel Zwaluwenburg bij Elburg, waar hij exposeerde; een vriendelijke, wat onhandige man, die het moeilijk vond om zijn werk te promoten. De Tsjechische priester-balling op zijn beurt zag in de welbespraakte Ank een pr-talent en vroeg haar onomwonden om hulp. Ank schrok: “Maar ik ben verpleegkundige! Kunt u niet een beroepskracht inhuren?” Waarop Rodr eerlijk antwoordde: “Tja, maar zo’n beroepskracht moet ik betálen...”

Nu, bijna veertig jaar later, lacht ze er opnieuw om:  “Hij ging er al vanuit dat ík het wel pro Deo zou doen!” En dat deed ze. Behalve Rodr’s naaste medewerker was Ank Swierstra vanaf 1973 zijn beste kameraad en geestverwant. “Mijn rol was vaak beschermend, want Thomas was een kwetsbare man die niets begreep van public relations.  Maar als ik tijdens mijn werk in het ziekenhuis heftige dingen meemaakte, kon ik omgekeerd ook altijd rekenen op zijn steun.”

Makkelijk was het pr-werk niet. “Mensen verkijken zich op de glamour van vernissages en media-aandacht. Het was vooral sjouwen met zware beelden. Ik weeg zelf 51 kilo en moest ooit een Zittende Vrouw van 65 kilo meezeulen. Toen riep ik: ‘Dit wordt te gek, dat mens weegt meer dan ik!’”

Dat Rodr als priester en kloosterling zo graag wilde verkopen, doet paradoxaal aan. Toch sprak daaruit  juist zijn trouw aan de Augustijnen, licht Swierstra toe: “Hij wilde jaarlijks een bijdrage leveren aan het klooster, en voelde zich ongelukkig als die voor zijn gevoel te gering was.”
Het geloof betekende veel voor hem, weet ze. “Scherpe kritiek op het katholicisme maakte hem verdrietig.  En hij was sterk gericht op Maria, misschien ook doordat hij als zesjarig jongetje zijn moeder verloor.”

Maar al had Rodr zijn kerk innig lief, hij volgde haar leiders niet blindelings. Via de bronzen Papafoon deelde hij een plaagstootje uit aan de zingende paus Johannes Paulus II. En met Het Laatste Oordeel hekelde hij de verdachtmakingen in 1993 van de Rotterdamse bisschop Bär.
Rodr’s liefste wens, om na zijn dood de beeldencollectie onder te brengen bij de Augustijner orde, bleek moeilijk uitvoerbaar.  Wel schonk hij in 2002 een groot aantal werken aan het Catharijne Convent in Utrecht, waar zijn markante crucifix permanent te zien is.

In 1927 geboren in het dorpje Slovec in Bohemen, wist Thomas Rodr zich als 18-jarige geroepen tot het priesterschap. In de Tweede Wereldoorlog dwong het oprukkende Rode Leger hem tot de vlucht naar Nederland. In 1947 voegde Rodr zich bij de Augustijnen te Eindhoven.  Het was de provinciaal (bestuurder) van de Augustijnen die zijn artistieke aanleg zag en hem stimuleerde naar de kunstacademie in Maastricht te gaan.

Synagoge Kampen, 17 sept. t/m 19 okt. 

© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor

Geen opmerkingen:

Een reactie posten