dinsdag 18 januari 2011

Kulturhus


Jurre van Egteren (piano) & Carianne van der Brugge (viool).
Kulturhus Epe.
Door Margaretha Coornstra

Moritz von Schwind / Schubertiade
“Als er nu maar mensen komen..!” hadden Leonoor Mees en Lucette Houweling ’s ochtends nog verzucht. De organisatoren van de gloednieuwe concertserie konden niet vermoeden dat ze zich ’s middags gedwongen zouden zien om ruim zestig belangstellenden weer terug te sturen: uitverkocht!

Maar valt het al niet mee om vooraf het aantal bezoekers in te schatten, het is nóg moeilijker om hun gedrag te voorspellen. Want wie bedenkt nu dat er een fotografieclub aanschuift, die er - gewapend met peperdure camera's - ook tijdens de teerste  pianissimi luid en lustig op los klikt en het ‘ssst!’ van medeluisteraars negeert? Nota bene in de ongenadige akoestiek van deze historische Prinszaal, met haar plavuizen vloer en gewelfd houten plafond...
Des te meer hulde verdient de jeugdige pianist Jurre van Egteren (1994) die onverdroten verder speelt, met alle lenzen op zijn vingers gericht als gaf hij een muzikale persconferentie.

Behalve met zijn publiek heeft  Jurre het ook al niet makkelijk met de weerspannige Kawaii-vleugel. Toch  doorklieft de vwo-scholier kloekmoedig de woeste geluidsgolven en laveert met omzichtig pedaalgebruik tussen hard en onhoorbaar, tussen gortdroog en galm.
Zijn discrete aanslag zorgt voor een mooi doorzichtige stemvoering in de Prelude & Fuga in Bes, uit Bach’s Wohltemperierte Klavier. Ook de Prelude & Fuga opus 35/1 van Mendelssohn getuigt van scherp analytisch inzicht.
Maar hoogtepunt wordt de innig voorgedragen Nocturne opus 48/1 van Chopin, waarin Jurre bewijst niet alleen over parate vingervlugheid te beschikken, maar vooral een fijnzinnig musicus te zijn.

Violiste en leeftijdsgenote Carianne van der Brugge vervult een glansrol in de Vioolsonate nr. 1 van Grieg. Net als Jurre zit Carianne nog op de middelbare school en net als hij werd ze al meermalen gelauwerd als aanstormend talent. Nou, dat hoor je ook wel terug in haar vitale, weldoordachte interpretatie: die stoelt op een ferme dosis techniek. Het samenspel is attent en flexibel; ook als ensemblespelers hebben beiden veel in huis. Het Allegretto blijkt zowaar goed voor een ‘open doekje’ (ach ja, we zitten hier tenslotte niet in de Kleine Zaal, waar te vroeg klappen als een doodzonde geldt) en aan het einde valt deze pubers een staande ovatie ten deel.

Na zo’n geslaagd (ja, toch wel) openingsrecital reikhalst muziekminnend Epe ongetwijfeld naar een volgend kamerconcert... En dat komt er ook, op 6 februari. Tip voor bezoekers: wél vooraf reserveren. Tip voor de organisatie: pak mensen bij binnenkomst meteen hun camera af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten