maandag 6 september 2010

"Schoonheid kun je niet afschaffen"

Het begon met een onnozel krentenbloesemtakje in een fles. Zo op het oog een lief amateurschilderijtje boven het dressoir, niet meer en niet minder. Maar het raakte beeldend kunstenaar Jan van Rijsewijk tot in het diepst van zijn ziel.
"Ik dacht: nou, er zijn maar héél weinig mensen die zo'n takje niet verpesten..! Die de schoonheid en de waarachtigheid ervan kunnen waarnemen en er ook nog in slagen om dat op het canvas over te brengen. Wat ik zag was puur talent zonder vakmanschap."


Hendrika Anna Doedijns ziet het levenslicht in Leeuwarden op 28 december 1942. Als klein kind al voelt Anna zich aangetrokken tot alles wat naar beeldende kunst ruikt. "De geur van verf, ja zelfs al van kleurpotloden in de boekwinkel was voor mij iets bijzonders," beseft ze achteraf. "Ik voelde wel dat die te maken had met iets wat ik heel graag zou willen doen."


Verdrukking
Helaas: tegen de verdrukking in opgegroeid binnen een moeilijk functionerend eenoudergezin in het naoorlogse Leeuwarden, ziet ze geen kans om een kunstvakopleiding te verwezenlijken. Wel valt het menigeen op hoe aardig ze als vijftien-, zestienjarig meisje kan tekenen. Op verzoek van vriendinnen schildert Anna heidelandschapjes en stillevens. Daar blijft het bij.
Aan het eind van haar jeugd treedt ze in het huwelijk met de man die men geschikt voor haar acht. Het goede nieuws uit deze periode is dat ze moeder wordt van drie dochters: Grieteke, Arendtje en Nynke.


Puur talent zonder vakmanschap. Maar met dat vakmanschap zit het inmiddels ook wel goed.
Nee, een reguliere academie is er nooit aan te pas gekomen. Toch beschouwt Anna zichzelf evenmin als autodidact: "Ik ben niet autodidact, ik ben gevormd. Door met liefde te kijken, maar ook door te doen, te doen en nog eens te doen. En natuurlijk door Jan's aanwijzingen ter harte te nemen. Het perspectief moet kloppen, dat soort dingen."

Aquatint
Carel Jan van Rijsewijk, geboren op 10 september 1954 te Dieren, is voornamelijk actief als graficus. In de loop der jaren heeft hij de aquatint-etstechniek tot zijn specialisme gemaakt. Anders dan bij de lijnets levert het aquatint-procedé uniforme tonen op, die qua intensiteit kunnen verschillen. Zodoende is het mogelijk met nuances te werken. Lange tijd legt Jan zich toe op het vereeuwigen van historische stadsgezichten in de traditie van de oude meesters, waarbij met name de 17de eeuwse aquatint-expert Herkules Seghers hem tot voorbeeld dient.

Behalve een begenadigd collega herkent Jan van Rijsewijk in Anna Doedijns ook de liefde van zijn leven. En vice versa. Wie Jan zegt, zegt Anna. Vakbroeders weten ze zich, soulmates.
Jan: "Van meet af aan zijn we elkaar tot steun en criticus geweest. Het is een fifty-fifty rolverdeling. Zij corrigeert mij en ik corrigeer haar."
Anna: "Zonder Jan was ik nooit zo uit de verf gekomen. We vullen elkaar aan. En we hebben geleerd elkaars kritiek te accepteren, omdat we weten dat we allebei het beste voor de ander willen."

Vanaf 1978 wonen en werken ze samen. Eerst in het Friese Follega, daarna op hun schip dat ze "Herkules Seghers" dopen. Een voormalige marine-barkas, omgebouwd tot woning annex atelier, compleet met etspers.
Van 1983 tot 1995 trekken Anna en Jan met hun "Herkules" door Nederland. Ze hebben zich tot taak gesteld om de laatste pittoreske stadsgezichten vast te leggen. Een omvangrijk project, dat in 1985 en 1986 al exclusieve series etsen oplevert.

Al doende maakt Anna zich de grafische technieken snel eigen. Jan: "Dat is ook een opleiding, hoor. Twaalf jaar oefenen! Op de academie maak je één etsplaatje: kijk, zo moet dat.Wij hebben er zeshonderd gemaakt. En van meet af aan is het een fifty-fifty rolverdeling geweest. Van veel etsen zou ik niet precies meer kunnen zeggen of Anna die nu gemaakt heeft of ikzelf."

Fabrieksmatig
In 1986 komt Anna Doedijns in contact met een galeriehoudster uit Düsseldorf, die zich weldra opwerpt als persoonlijk manager. Ze is verrukt van Anna's bloemstillevens en heeft daarvoor een uitgebreide klantenkring. Op haar aandringen vervaardigt Anna uitsluitend kleine schilderijtjes op koper, van 13 x 18 of hooguit 20 x 30 centimeter.
Anna: "Auf Kupfer malen, dat was je van het. Volgens haar gaf het koper een meerwaarde aan het product. En mij leek het wel een uitdaging, ik wilde het graag leren. Alleen, doordat je gebonden bent aan kleine formaten moet je ook heel fijn schilderen. Grof schilderwerk op koper is niet gepast."
"Het is een techniek waarvan Pieter Brueghel de Oude al gebruik maakte," licht Jan van Rijsewijk toe. "Schilders trokken indertijd de steden langs met kleine drieluikjes om hun werk te tonen. Maar houten paneeltjes gingen kromtrekken en barsten."
Anna: "Ik moet zeggen: op linnen kun je lichtvoetiger aan de slag. Op koper schildert het zwaarder, net alsof dat de olieverf wat meer aanzuigt."

Vijftien jaar lang exposeert  Anna elk voorjaar en najaar op de beurs in Frankfurt. En schildert gestaag door, zo'n twintig à dertig bloemstilleventjes per jaar. De liefde blijft, maar het enthousiasme verdwijnt. Anna voelt de hete adem van de routine in haar nek. En diep in haar hart staat de steeds fabrieksmatiger aanpak haar tegen. Zodra de opdrachtgeefster het tempo nog wil opvoeren, neemt Anna een kloek besluit. Ze stopt ermee.
"Ik dacht: En nou ga ik doen wat ik altijd zo graag heb gewild: ik ga eens groot schilderen. En dat was heerlijk, een openbaring! Alsof ik los kwam uit een keurslijf. Al die tijd had ik me letterlijk en figuurlijk klein laten houden."
De overschakeling op grote doeken betekent zowel ambachtelijk als inhoudelijk een radicale ommekeer. Niet alleen schildert Anna Doedijns nu in technisch opzicht comfortabeler, met haar meer dan levensgrote bloemen maakt ze ook een statement.

Credo
"Ik zoek naar de waarheid. Naar het wezenlijke van de natuur waar iedereen aan voorbij loopt," luidt haar credo. Toch resulteren deze waarheidsliefde en haar oog voor detail niet in een fotografische weergave. Anna Doedijns is geen fijnschilder zoals een Henk Helmantel. Haar lossere toets en subjectieve natuurbeleving passen beter in filosofie van de Romantiek. Want ze neemt niet alleen waar, ze accentueert, interpreteert en communiceert.

"Het zoeken naar de grote lijn, waarbij de kennis van de details toch nuttig en nodig blijft", zo formuleert ze haar benadering."Vergroot het uit en laat het zien, dat is mijn devies. Zodat de mensen zeggen: 'Oooh... zit dat zó? Ik wist niet dat een klaproos...' En het dan ook echt móói weergeven, met liefde en respect voor het onderwerp zelf, dat daar zo stilletjes staat te bloeien en niks moet en niks verlangt. De mensen attent maken op de ongelofelijke schoonheid ervan."

Tijdgeest
Anna Doedijns koppelt haar intieme, 19de eeuwse verteltrant aan een eigentijdse extraversie waarmee ze nederige kleinoden van reusachtige afmetingen voorziet. Het is deze paradox die de haar stillevens onalledaags maakt.
Dat opblazen van zulke bloemafbeeldingen, dat heb ik nooit eerder gezien", zegt Jan. "Ja, wel in moderne stijlen. Maar niet zó, met behoud van de natuurlijke essentie."
Explicieter dan Anna zelf ziet hij hierin een reactie op de tijdgeest: "Een protest tegen alle vervlakking en flauwekul, tegen de waanzin van al die mensen die alsmaar achter hypotheekjes aanrennen. Gewoon een klein bloemetje plukken en dat heel groot neerzetten: jongens, kom even tot jezelf en kijk dáár nou eens naar! Ach, de Romantiek is nooit echt weggeweest. En zeker nu heeft de mens het broodnodig. Schoonheid kun je niet afschaffen."

 

(particuliere opdracht, 2001)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten