dinsdag 30 december 2003

De stille kracht van Voerman

Zodra de verbouwing is afgerond, had het Voerman Museum te Hattem zichzelf beloofd, dán gaan we ons opnieuw feestelijk presenteren. En hoe kun je zo’n herbegin meer kracht bijzetten dan met een expositie van de grote naamgever Jan Voerman sr.? En wie kun je dan beter bij zo’n project betrekken dan de welbespraakte Veluwenaar, Voermanfanaat en collectioneur Henk van Ulsen?

Zo kwam het dat conservator Alice van Zaal de acteur verzocht om een bloemlezing samen te stellen uit enkele privécollecties en, vooral, de omvangrijke verzameling die Van Ulsen jaren geleden verkocht aan de Hannema-De Stuers Fundatie.  En zo komt het dat hij bij het inrichten rond stommelt onder de lage zoldering, om een keur aan Voermannen tegen rode, groene of gele schotten te bevestigen.

Is het een overzichtsexpositie? Ja, nee, ach... “We zullen wel zien,” luidt het motto waaronder Van Ulsen aan de slag toog. Is er een thema? “De natuur in alle weersgesteldheden, en dan met name langs de IJssel. Met daarboven de lucht, ongrijpbaar.”

“Broeden op een wolk” dus; tevens de titel van een Voerman-monografie, die 1987 ontstond uit interviews van journalist Leo Boudewijns met Henk van Ulsen. Ontleend aan het gevleugeld woord van mevrouw Voerman, als haar zwijgzame echtgenoot weer eens afwezig en somber starend in de huiskamer zat: “Let maar niet op Voer, die broedt op een wolk.”

Henk van Ulsen: “Hij was een diepzinnig man, zij het van een heel praktische diepzinnigheid. Geboeid door het landschap, maar dan door de ogen van een boerenzoon. Kijk maar naar z’n tekeningen: de vrouw die een koe melkt, de houding van die rug, hoe zo’n vrouw die spenen vastpakt. Al die details heeft ie van kinds af aan gezien.”

Opgegroeid tussen de koeien, bracht hbs-leerling Jan Voerman voor schooltijd de melk rond aan vaders klanten. Van Ulsen: “Het was meneer Bijlmer, zijn tekenleraar, die zei: die jongen, daar moet iets mee gebeuren. Zo kwam hij in 1876 op de academie terecht. Vanuit Kampen naar Amsterdam en dan in die tijd, wat een overgang moet dat zijn geweest!  Hij gaat ook gewoon een jaar naar Antwerpen, om bij Verlat de clair/obscur lichtwerking te bestuderen. Dat is toch heel ondernemend. Je zou zeggen: zo’n jongen gaat gauw weer terug naar de stal. Dat is niet gebeurd.”

Na zijn huwelijk in 1889 met Anna Verkade vestigt Voerman zich in Hattem. Inmiddels heeft hij geëxperimenteerd met meerdere stijlen en technieken, waarvan het aquarel zijn speciale aandacht heeft. Hij probeert zelfs aquareltechniek op het doek te suggereren door de olieverf te verdunnen. Het resultaat blijkt mooi maar kwetsbaar; veel van die werken worden genadeloos aangevreten door de tand des tijds.


Van Ulsen: “Nee, ik heb Voerman zelf niet gekend. Hoeft ook niet. Mensen zeggen vaak: goh, ik wou dat ik die en die gekend had - nee. Veel van zijn brieven heb ik nooit gelezen. Wel kleine uitspraken. Ik ken z’n houding. Niet naar een belangrijke tentoonstelling gaan, omdat ie een lucht aan ziet komen waarvan ie denkt: die moet ik vangen.”

Hoewel eveneens van Kamper komaf, identificeert Van Ulsen zich niet met zijn stadgenoot. Toch is hij al dertig jaar in de ban van die stille schilder die, opgegroeid in en teruggekeerd naar het IJssellandschap, intuïtief zijn eigen weg ging.
“Al die wolken zijn in werkelijkheid niet zo, maar zo ben ik van binnen,” liet Voerman zich later ooit ontvallen.
Van Ulsen: “Dat is een beleving die mij telkens weer enorm raakt. Ik denk ook dat die Jan Voerman uit Kampen - waar het calvinisme zogezegd een vuist maakte - veel hypocrisie heeft waargenomen. Maar Voerman haalde zijn religiositeit uit de natuur zelf. Daar had hij een ongelofelijk respect voor.”

(i.o.v. Wegener Media, 2003)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten