woensdag 9 september 2009

De Boer Op V: gemengd bedrijf

Graan, groente, vlees en zuivel zijn dagelijkse kost voor stad en land. Toch lijken boer en stedeling langs elkaar heen te leven. Landbouwer en anti-bureaucraat Hendrik Koekoek poogde in de jaren ’60 een vleugje ‘gezond boerenverstand’ naar politiek Den Haag te brengen. En vanaf 1977 bezong popgroep Normaal in fier Achterhoeks de wereld van plattelandsjongeren. Maar de MKZ–crisis in 2001 leidde weer tot schrijnende communicatieproblemen tussen boer en minister. Momenteel zijn boeren ‘hot’ dankzij het KRO-programma Boer Zoekt Vrouw. Alleen ligt daar weer het accent op liefdesrelaties. Tijd dus voor een serie over de boer als vakman.

Over melkgeiten en maïseenden

DOORNSPIJK – De geit is terug! Die ouderwetse, grote, witte geit, die vroeger ook wel ‘de koe van de armen’ heette. Sinds 1940 gebruikte Nederland voornamelijk nog koeienzuivel. Pas de laatste jaren herontdekken we de zegeningen van de geit.

En dat is niet het enige gat in de markt dat de gebroeders Bultman benutten. Boerderij De Mezenberg introduceerde de enige echte Veluwse Maïseend als gloednieuw ‘product’.

Hun vader hield al koeien en eenden. Toch stonden zijn zoons niet meteen te popelen om hem na te volgen. ”Pas halverwege de landbouwschool kreeg ik gevoel voor de eendenhouderij,” blikt Henk terug. Vervolgens ontwikkelde hij zijn eigen aanpak.
Meestal worden pekingeenden in gesloten, donkere stallen binnen vijf, zes weken tot 3,5 kilo gemest. Maar deze eenden doen zeven weken over 3 kilo.
“De eerste weken groeit vooral het skelet, daarna komt pas het echte vlees,” legt Henk uit. “Na zeven weken is de groei eruit. Dan worden ze eerder lichter dan zwaarder.”

Henks eenden heten ook geen pekingeenden meer, maar Veluwse Maïseenden. “Het vlees is anders van smaak en kleur. Dat zit ‘m in verschillende factoren. Ik probeer een stukje natuur in de stal te halen. Meer licht en frisse lucht, meer ruimte per eend. En meer natuurlijke voeding.”

Teunis: “We zijn nu bezig om ook zelf het graan te telen. Het stro gebruiken we weer voor de stallen.” Henk: “Zo krijg je een echte binding met je product. En als er in een restaurant maïseend op de kaart staat, weet je: die komt bij ons vandaan!”
De lichtere, luchtiger huisvesting en het voer verbeteren bovendien het leven van de eend zelf, beaamt Henk: “Dierenwelzijn staat bij ons hoog in het vaandel.”


Broer Teunis richt zich vooral op de geiten. “Teunis hecht meer aan de band per eenheid, ik hecht meer aan een band met het hele proces,” vat Henk nuchter samen.
“Per eenheid..? Per díer!” corrigeert zijn broer. “Ja, ik voel me meer aangetrokken tot diersoort die echt je persoonlijk aandacht vragen.”

Op De Mezenberg wonen zo’n 400 ‘geiten-eenheden’, rondkuierend in een ruime, open stal over schoon stro. Net als het veertigtal koeien van de familie worden ze tweemaals daags gemolken. Alleen grazen de koeien overdag in de wei. De geiten blijven in de stal. Hun melk gaat naar kaasmakerij De Schuilplaats in ’t Harde en wordt daar verwerkt tot geitenkaas.

De meeste geiten behoren tot het witte Saanen-ras, aangevuld met lichtbruine Nubische geiten en kruisingen. “Maar we proberen weer meer naar dat klassieke witte Saanen-type toe te fokken, de melkgever van oudsher. Saanen-melk heeft ook een optimale vet- en eiwitverhouding, die haar geschikter maakt voor kaas.”

Bokjes die zich niet lenen voor verdere fok, worden gemest tot een week of vijf, zes. Dan gaan ze op transport naar Italië of Spanje. “Daar geldt hun vlees als delicatesse. In Nederland eten we nauwelijks geitenvlees. Hoewel de vraag wel groter wordt, nu hier meer mensen met een islamitische achtergrond komen.”

De geiten leven zo’n zes jaar op De Mezenberg voordat ze naar de slager gaan. Teunis: “Vooral in het begin was dat moeilijk, toen de eerste geiten weg moesten die ik nog als lammetje had gekregen. Maar vooruit, je bent boer. En dan moet je afscheid kunnen nemen. We houden hier geen geiten-bejaardentehuis.” Henk: “Nou, misschien is dat ook een gat in de markt?”


(serie De Boer Op, i.o.v. Wegener Media. Bekroond met 'de Prijs', 2008)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten