zaterdag 8 september 2007

Angst voor een nieuwe MKZ-crisis

OOSTERWOLDE – De meeste boeren zijn vóór preventieve vaccinatie, vermoedt rundveefokker Gerrit van ’t Hof. “Maar dan worden je afzetmogelijkheden kleiner, zolang de EU export van gevaccineerd vee verbiedt.”

In 2001 bevond Van’t Hof’s bedrijf zich op 1500 meter van het ruimingsgebied. Van nabij zag hij de ontreddering van getroffen collega’s. “Denk je in: er komt een vrachtwagen voorrijden, een stel kerels hijst zich in witte overalls. En even later zie je je levenswerk aan de kraan hangen. Sommigen wilden erbij blijven als hun vee werd afgemaakt, anderen gingen weg. Dikwijls heb ik me afgevraagd: wat zou ík doen? Eerlijk, ik weet het niet.”

Heks

Is mond- en klauwzeer nou zo erg, vragen velen zich af. Vroeger ging het toch gewoon weer over? Zo beschrijft een boerendochter en zelfverklaarde heks hoe haar vader indertijd de MKZ simpel en doeltreffend bestreed met een kraag om de koeienhals en een prop kruiden in de bek. Een ander klokje luidt dat het melkvee tegenwoordig door een ander voedingspatroon minder weerstand zou hebben.

Dierenarts Bert Willemsen glimlacht geduldig bij zulke verhalen. “Dieren die het overleefden, gingen door een diep dal, kruiden of niet. Hun mondholte was rauw van de blaren. Eten of drinken konden ze nauwelijks, om maar te zwijgen van hun volle gewicht op de ontstoken hoeven. De meeste gingen ook dood. Alleen: vroeger bleef de ellende beperkt tot één plek. Het had geen consequenties voor de internationale miljardenbusiness.”

Willemsen beschouwt 2001 als de moeilijkste periode binnen de dierenartsenpraktijk in Wezep. “Je had geen werk, bedrijven waren leeggeruimd en moesten maanden leeg blijven. Maar we kregen wel de hele dag telefoontjes. Er waren zóveel vragen, zoveel was onbekend, ook bij overheden.”

Krokodillentranen

Het kwam hard aan toen minister Brinkhorst de rouw om het gedode vee afdeed als ‘krokodillentranen’. Want een goeie boer geeft om zijn beesten, weet Willemsen. “Natuurlijk zit daar een zakelijke kant aan. En ooit komt het moment van afscheid, daar stel je je op in. Maar toch is er wel degelijk een emotionele band, hoor!”

Gerrit van’t Hof en Tonny Blankvoort – respectievelijk voorzitter en penningmeester van de Rundvee Fokdag Noord-Veluwe – beamen dat grif. Topfokker Van ’t Hof kent van ieder kalf de familiehistorie: dit is een kleindochter van koe A en halfzusje van pink B. Blankvoort kan feilloos aanwijzen welk halsbandnummer bij welke koe hoort: “Vanuit de verte al herken ik Grietje 3, met nummer 58.”

De jaarlijkse Fokveedag in Oldebroek is een happening waar ze lang naar hebben uitgekeken. Zeker de combinatie met het Oogstfeest op museumboerderij De Bovenstreek beloofde veel publiek te zullen trekken. Van ’t Hof: “Eerst waren we bang voor de blauwtong, en meteen daarna komt er het bericht van de MKZ in Engeland.”

Kalfjes witwassen

Natuurlijk hebben ze begrip voor het strikte vervoersverbod. Maar sneu blijft het, dat de Fokveedag van 11 augustus moest worden uitgesteld. “Vooral voor de jeugd,” zegt Van ’t Hof, doelend op kinderen die zich enthousiast hadden voorbereid op de jongveekeuring: “Wekenlang zijn ze druk geweest om hun kalfjes halstermak te maken en helder wit te wassen. Dus bij sommige biggelden de tranen over de wangen...”

Inmiddels is het vervoersverbod versoepeld. Runderen en varkens mogen niet worden verzameld, maar wel verplaatst. Gelukkig, want Tonny Blankvoort heeft een paar drachtige koeien in de wei staan, drie kilometer van zijn boerderij. “En die wil ik graag thuis hebben als het zover is.”

(i.o.v. Wegener Media, 2007)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten